De
vraag en het antwoord daarop houdt hem al enkele dagen bezig. Om zichzelf rust
te gunnen parkeert hij de kwestie op een verborgen plekje in het hoofd. Op het
balkon van zijn woonhuis staart hij in de tuin. Het regent. Vogels onzichtbaar
en stil. Een eekhoorn loopt wat rond. De rug gebogen. De staart beweegt met wat
fantasie als een kleine harige golfstick met hem mee.
‘Elke
impressie, de beleving van een moment, is gekleurd.’
‘Hoe bedoel je?’
‘ieder persoon ervaart een moment op zijn eigen wijze en geeft daar een
betekenis aan. Neem het weer. Vanochtend vond jij het somber en koud – ‘wat een
rotweer’ zei jij - terwijl ik de koelte aangenaam vond en de felheid van de zon
even geluwd zag achter een dun wolkendek.’
Het
is opgehouden met regenen. Alleen het geluid van neervallend vocht op het
groene bladerdak is nog hoorbaar. Nieuwsgierig landt een winterkoning met
klaterzang op een bosje gesnoeid hout en scharrelt wat rond.
‘Een
impressie is eigenlijk (ook) een zelfbeeld. Dit heeft invloed op de uitdrukking
of de betekenis daarvan. Dat is naar mijn idee van cruciaal belang voor een
kunstenaar of schrijver daarvan. Wat ga ik weergeven, wat vind ik van belang. Neem
Monet, een impressionist. Hij gaf weer wat hij zag, wat hij zintuigelijk ervaarde,
wat hij van belang vond. De schrijver doet dat met letters. Blijft de vraag hoe
realistisch is de weergave in de beperkte ruimte die de kunstenaars gegeven is.’
‘Uh, stof tot
nadenken weer, jouw antwoord.’
‘Tsja, je kent mij, vraagt het zelf. Weet dat alles gekleurd is, ook dit antwoord,
evenals de mening die jij daarover hebt.’ Ik zou kunnen eindigen met: En ze (wij)
leefden nog lang en gelukkig, maar zelfs dat blijft een vraag.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten