Als
alles naar wens verloopt komt mijn boek ‘Ongewoon Gewoon’ 21 december uit. Mij wachten
nu spannende en drukke tijden, want de administratie rondom de uitgave moet nu
afgerond worden. Bovendien moet de lay-out zijn definitieve vorm gaan krijgen. Intensief mail verkeer
tussen de uitgever en mij zal hier het gevolg van zijn. Gelukkig is mij
persoonlijk support toegewezen van uitgevers kant. Ik probeer u op de hoogte te
houden.
Zo
nu en dan krijg ik het verzoek om over een onderwerp te schrijven in dicht- dan
wel verhaalvorm. Een dergelijk verzoek is natuurlijk een stimulans voor mij.
Altijd probeer ik of er in het schijnbaar gewone leven iets bijzonders is te
ontdekken. Zo liep ik afgelopen zondag met mijn vrouw door de stille straten
van Dordrecht. Ik dwaalde door het gedicht wat hieronder is geschreven.
Een
zondag in Dordt
Grijs
is de zondagmorgen.
Een
storm fluit langs draden van staal.
Terwijl
meeuwen bij elkaar kruipen, loop ik
in
gedachten en zie de hemel breken.
Banen
van licht drijven door de wind
gedragen
naar de slapende stad.
Deze
middag ligt zij als laat middeleeuws
donker
en kil voor mijn voeten.
Straten
en stegen zijn nagenoeg leeg.
Een
duif rust uit op het bronzen hoofd
van
Stadhouder Johan de Witt.
Aan
een grijze blinde museummuur hangt
’De
tuin’, door Jan Eijkelboom beschreven.
Bladeren
zijn gevallen, de merel zwijgt.
Trapgevels,
stille pleinen, miezerregen.
Als
in mijn hoofd de blauwbilgorgel zingt,
schrompelstumpel
ik naar de spuihaven
Waar
ik mijn auto achter liet.
©
Tino 2012