Even voor half acht genoot ik vanochtend van een mok thee in mijn tuintje. De sfeer was kalm. In mijn handen rustte een boek van de Dalai Lama. Vergeven, mededogen en onbaatzuchtigheid kwamen als thema aan de orde. Bedachtzaam liet ik de korte passages tot mij doordringen. Dit doe ik vaker, intermenselijke teksten overdenken en hen proberen toe te passen in mijn leven.
Later die morgen liep ik gewapend met kijker en telescoop door een stukje griend langs De Oude Maas, op zoek naar vliegend gespuis. Voor mij over het pad vlogen met luid geschetter bruin getinte vogeltjes heen en weer. Even zag ik een roestbruin staartje. De beestjes waren zo beweeglijk dat ik ze nauwelijks in het vizier kon krijgen. Tot er één op een tak ging zitten. Toen wist ik het zeker, een jonge gekraagde roodstaart. Met opengesperde bek wachtte hij tot een oudervogel een insect kwam brengen. Door de onrust en het gebladerte kon ik het tafereel niet goed waarnemen. Dat werd later goed gemaakt. Een man gekraagde roodstaart liet zich langdurig en van dichtbij bekijken. Wat een pracht vogeltje. Zoekt u hem maar eens op in een gidsje of op het web. Ik besloot even bij de zorgboerderij langs te gaan, ik werk daar, om een vogelminnende hulpboer deelgenoot te maken van mijn geluk. Tijdens onze wandeling langs het griend liet de roodstaart zich nog eenmaal zien. Nu terugdenkend aan de ochtend denk ik na over onbaatzuchtigheid. Dat is iets doen zonder er vrucht van te verlangen. Of, de kosten voor lief nemen ook als er geen baten zijn.