vrijdag 12 juni 2020

Het zingend blad


Het gevoel dat ik deze morgen ervaar, is lastig te omschrijven. Het lijkt of er een dofheid overheen ligt. Niets komt echt binnen en mijn gemoed toont zich niet. Een soort stilte voor de storm of, in schril contrast, vrolijke sprong in de lentezon. Het beste is om de dag over mij heen te laten vallen en waar kan dat beter dan in het groen?

Het pad waarover ik ga, is links en rechts omzoomd met struikgewas waaruit het vogelgezang uitbundig klinkt. Visueel lijkt het behang, met daarachter niets dan grijs. Ik weet beter, want even verderop als het behang is afgekrabd, ligt de rivier aan mijn voeten.

Het uitzicht is weids. Een ‘natuurlijk’ landschap dat overgaat in een ruraal immens grote vlakte. In de verte ligt een dorp waar een molen zijn wieken draait en de kerkklok negen slaat. Ik houd halt. Veranker mijn krukje in het gras en ervaar wat zich aandient, meer hoeft niet. In het riet scharrelt een jonge rietzanger nieuwsgierig rond, op het water golft het gesnater van enkele eenden. De zon op mijn rug licht een tipje van de sluier op.

Verderop, na een sprongetje in de tijd en op een strategisch plekje, is het tijd voor koffie. Nog voor ik een slok uit Stanley heb kunnen nemen, komt er een enorme Duitse herder op mij afgerend. Ik moet iets van kalmte uitgestraald hebben, want pal voor mij stopt hij abrupt. Vriendelijk spreek ik hem aan. Hij buigt zijn kop, snuffelt wat en loopt om mij heen. Dan schalt een fluitje en gaat hij ervandoor.

Stanley, een grote roetsvrijstalen thermosmok, heb ik ooit gekregen van een vriend. Ik was zeer blij met de gift en ben hem direct gaan gebruiken. Uiteindelijk is het een gewoonte geworden om hem op al mijn tochten mee te nemen. Vandaag krijgt hij extra waarde.

Over mijn gemoed kan ik nu meer vertellen. Dat is vredig en stil. Ik geniet van de kleine winterkoning in dat grote bos. Op zeker moment vliegt hij naar een open plek. Ik moet even speuren waar hij is gebleven en verwar hem met een bruin blad hangend aan een kale tak. Pas als het blad beweegt en zingt, weet ik dat ik hem weer gevonden heb. 

Op dat moment word ik overvallen door een moment dat spiritueel is te noemen. Het besef van alles, van vrolijkheid, van geluk, van groot en klein… ik draai Stanley rond in mijn handen en kijk ernaar. Ineens krijgt hij een meerwaarde, want mijn vriend die niet naast mij zit, is er toch ook weer wel. Gekscherend praat ik wat met de mok en noem hem S.G. Een samenvoeging van initialen. Stanley Ganz.

De dofheid is inmiddels geheel verdwenen en meer dan goed gemutst verkas ik naar ‘de plas’ waar ik mijn boterhammen oppeuzel. De kerkklok slaat inmiddels een uur.