beelden
Terwijl
zij thee en koffie haalt,
staar
ik, achter het glas gezeten,
naar
de tuin.
De
warme en stille gloed van buiten
overmeestert
mij, in trance waan ik
mij
nog met haar
in
grote zalen, tussen sculpturen van
gips,
was en brons, waar Brancusi’s
muze
slaapt.
Kunst
openbaart, is soms een raadsel,
zoals
de vage contouren omwikkeld
met
een deken.
‘niet
storen’ waarschuwt het kaartje,
toch
tikt zij zacht op mijn schouder:
“de
koffie staat klaar”.