donderdag 1 november 2018

De bovenkamer(s)


Het regent continu als ik met mijn met boeken gevulde linnen draagtas naar de auto loop. De stad waarin ik woon laat ik al snel achter mij. Op de provinciale weg zet ik Radio 1 aan. Men praat over het fileleed. Terwijl ik luister zak ik langzaam weg in het moeras van de fileproblematiek. Al de oplossingen die ter sprake komen, de een nog populistischer dan de ander, zijn naar mijn idee gebouwd op drijfzand. Meer asfalt leidt tot meer auto rijden. Bovendien stijgt het aanbod van nieuwe auto’s momenteel omdat de economie floreert. Daar waar ik naar toe rijd, staan geen files. Even gestaag als de regen valt tuf ik naar mijn bestemming.

Als ik daar arriveer, schiet ik snel mijn jas aan en zet een warme pet op mijn hoofd. Op een draf loop ik over het grind naar de bijkeuken en werp terloops een blik in de tuin van mijn vriend. Krachtig open ik de deur; hij klemt. Binnen word ik warm door Niels ontvangen. Ik hang mijn jas en pet op een haakje en ga de keuken binnen, waar de koffie juist pruttelt. Niels gaat voor naar de huiskamer en vraagt mij waar ik wil zitten. Dit keer kies ik voor de luie stoel, om er de hele ochtend vrijwel niet meer uit op te staan.

Niet veel later staan twee koppen koffie op tafel, evenals een schaaltje gevuld met kruidnootjes. Het tasje met de boeken zet ik naast mij neer, die zijn voor later. Eerst bijpraten over wat ons de laatste tijd bezighoudt. Ons ware karakter verloochent zich niet en al snel worden de onderwerpen filosofisch benaderd. Niels zijn gedachten zijn op het oosten georiënteerd; de Vedanta filosofie. De mijne zijn meer Westers. Voor wij er erg in hebben is de ochtend voorbij en na de lunch verhuizen wij naar de bovenkamer onder de nok van zijn huis en ga ik in een nog luiere stoel zitten. Niels pakt zijn mediatie stoel, waarin hij meer rechtop zit.

De boeken van Camus en een bloemlezing over het werk van Sartre haal ik uit de tas. Een voor een lees ik een aantal korte fragmenten voor die wij bespreken. Op zeker moment valt mijn oog op een stukje tekst aan de muur. Het schrijven is eigenhandig door Niels vormgegeven in kalligrafisch handschrift. Het fragment is afkomstig uit de Chandogya Upanishad*. Een zin springt er voor mij uit. Alles wat is en alles wat niet is, is daar.

Alles wat is en alles wat niet is. Ik pel de zin helemaal af en kom tot: Is en niet-is. Dat is: Zijn en niet-zijn, of Het zijn en het niet. Zo kom ik opmerkelijk genoeg uit op het hoofdwerk van Sartre. Ik zal een klein tipje oplichten over mijn gedachten. Zijn en niet-zijn zijn daar, want niet-zijn is ook zijn. De kikker is kikker, omdat hij geen niet-kikker is. Maar de niet-kikker is er wel –

Hier wil ik het bij laten, anders loop ik de kans dat u stopt met lezen van mijn schrijfsels. Wie meer wil weten, trekt mij maar eens aan mijn jasje. Of leest het boek van Sartre. Maar pas op, het is erg lastig om te lezen. Gekte ligt op de loer.

Tegen half vijf rijd ik terug naar huis. Op radio 1 praat men nog steeds over het fileleed. Ook ik kom in een kleine file terecht. Ik zet de radio uit en zet ondanks de koude een zijraampje op een kier. Heel even wil ik mijn bovenkamer luchten.



*Chandogya Upanishad – boek 8, hfd. 1

zondag 28 oktober 2018

Soms 'moet' je een verhaal herschrijven

De boombieb

Over het landschap ligt een bruidsluier van ijle nevel. De zon leunt nog maar half tegen de dag aan. Haast gedachteloos observeer ik de omgeving, zelfs van een sperwer ‘schrik’ ik niet op. Een kleine twee uur later als een ontbijt en koffie mij hebben opgekikkerd voor een…

Verder lezen? Klik dan op de link hieronder. U vind daar gedichten, verhalen en nog veel meer.

http://oogo.cultuurpleingo.nl/de-boombieb/