Lezen
is een van mijn grootste hobby´s. Door de situatie na mijn ongeluk is het wel
moeilijker. Het begon in mijn jonge jaren, net zoals bij zovele, met strips. Bij
mij waren dat de Donald Duck en Eppo. Later
kwamen de echte stripboeken en Kapitein Rob tevoorschijn. Al was die laatste
meer een tekst met plaatjes in plaats van de wolkenstrip – wolkjes waarin de
gesproken tekst boven de figuurtjes staat.
Pas
nadat ik José leerde kennen, waagde ik mij aan echte literatuur. Maarten ‘t
Hart was mijn eerste schrijver die ik leuk vond .
Langzaam kwam ik erin. Verhalen in mooi Nederlands en vaak gebaseerd op het
echte leven.
Van
het een kwam het ander. Op een zeker moment ben ik zelf gaan schrijven. Boeken,
teksten voor een krant en dit blog. Het lezen en schrijven ontwikkelt zich. Probeer
zelf maar eens wat je denkt in acceptabel Nederlands onder woorden te brengen. Zo
kwam ik ook bij filosofen terecht. Momenteel lees ik Simone Weil. Zij brengt,
en nu in mijn eigen woorden en gedachten, o.a. de hypothese onder de aandacht.
Om
die te testen zou je hem kunnen vergelijken met een zintuigelijke waarneming in
de natuur. De natuur zoals je hem waarneemt zou je als geordend kunnen zien,
maar is dat zo? Heeft die ordening niet als basis het menselijk denken. De veronderstelde
ordening, dus hoe de natuur is ingericht en werkt, is onderhevig aan toeval. De
oorzaak kan een vlindervleugelslag zijn … Zoek maar eens op.
Ik test mijn eigen gedachten aan dergelijke boeken. Hartstikke leuk. Maar moeilijk. Daarom is het ook fijn om makkelijke teksten te lezen. Hap snap teksten, die lezen als een trein. Toch zijn die, in mijn geval, ook wel eens lastig. Wie was Piet ook alweer? Tegen wie sprak hij en waarover ook alweer? Terug slaan en opzoeken is dan mijn credo. Van lekker ontspannen lezen is dan bijna geen sprake.