Al
direct bij het vertrek loopt de weg vals omhoog. Tijd om op te warmen is er dus
niet bij. Middenin het centrum van Epen sla ik linksaf richting Eperheide. Hier
begint het serieuze klimwerk. Al na de eerste bocht schiet mijn hartslag omhoog
en is er van rustig ademhalen geen sprake meer. Toch vind ik een prettig tempo
en rij langzaam naar de fietser voor mij. Bij het voorbijgaan glimlach ik naar hem,
kijk vervolgens achterom en zie dat hij niet kan volgen. De kerel is een stuk
jonger dan ik en dat geeft mij moraal.
Bij
Eperheide sla ik rechtsaf en rij over een plateau met schitterend uitzicht. Ik
neem even wat gas terug, om van het panorama te genieten. Niet veel later volgt
een lange afdaling richting Gulpen. De renner die ik op de klim achter mij
liet, zoeft mij voorbij. ‘Tot op de volgende klim’, roept hij mij toe. Afdalen
is moeilijk. Op sommige stukken rijd ik harder dan 60km in het uur. Bovendien
ken ik de situatie ter plekke niet goed. Om het gevaar in te perken knijp ik zo
nu en dan zachtjes in mijn remmen.
Beneden
bij Partij wijst een bordje naar de Gulpenerberg. Ik volg de route en even
verderop ligt de puist voor mij: 700 meter lang met een gemiddeld
stijgingspercentage van 11%. Tergend langzaam kruip ik naar boven, telkens een
tandje terugschakelend. Als dat niet meer gaat, ga ik uit het zadel. Ik trek zo
hard aan mijn stuur, dat het lijkt alsof het voorwiel loskomt van het asfalt.
Voor
mij zigzagt een renner van links naar rechts om het stijgingspercentage minder
te laten zijn. Ik kopieer zijn bewegingen. Maar dan, vijftig meter voor de top
is de man met de hamer daar. Om te voorkomen dat hij mij tegen het asfalt slaat
stap ik af en leg het laatste stukje lopend af. Boven hang ik uitgeteld over de
stang van mijn fiets tot ik weer op adem ben.
Ik
stap op en daal af richting Valkenburg. Daar wacht de Cauberg. Zo mythisch als
hij is, zo relatief makkelijk is hij om te beklimmen. Een voor een haal ik
renners voor mij in en sluit aan bij een klein groepje voor mij. Alleen net
onder de top ga ik op de pedalen staan, daarna is het tijd om te recupereren en
af te dalen via de Sibbegrubbe. Via
Mechelen rijd ik naar Epen en daar zit de rit erop. Een deel van de heuvelzone
van ‘De Amstel’, is volbracht.