Om
vijf uur in de ochtend gaan mijn ogen open. Te vroeg, dus sluiten zij weer. Om
half zeven gaat de wekker die mij, de naam zegt het al, wekt. Met een duf
gevoel sta ik tien minuten later op. Soms is eerder opstaan beter. Vroege vogels
bestaan immers ook.
Ik
maak mijn ontbijt klaar en probeer ervan te genieten. Ondertussen schuift de
lunch in een doosje. De boel gaat aan de kant. Een boek komt tevoorschijn en zo
ook, zij het langzaam, het goede humeur. Niet dat het slecht was hoor.
Een
filosoof zei: ‘De zin van het leven is domweg zin in het leven.’ Dus … de schoenen gaan aan en met stevige pas
wordt een wandeling ingezet. Een groepje kneuen, dansend in een akker, laten
mij stoppen. Even volg ik ze met plezier.
Op
het fietspad naar het dorp verderop, passeren groepjes scholieren mij. Het is
oppassen geblazen, want ze kletsen veel, kijken dan niet op of om, zodat ik al
mijn aandacht bij het verkeer moet houden. Het is een goede training voor mij.
Verderop loop ik over een brede doorgaande weg. Fietsen zijn hier, al is het aantal kleiner,
‘vervangen’ door auto’s. Oppassen geblazen in onoverzichtelijke bochten.
Het
volgende dorpje doorkruis ik. Gebeurtenissen, gedachten en gevoelens, vergezellen
mij. Ik leef en heb er zin in. Nog een kleine anderhalve kilometer en ik ben
thuis.
Een mok thee, wat lectuur, een appje en belletje naar een vriend doen mij goed en verstevigen mijn humeur. Inderdaad: Er domweg zin in hebben, ook al klinkt het simpel, is vaak het beste.