vrijdag 6 april 2018

Factor 50


Tegen tien uur in de morgen belt hij aan. Ik schrik van zijn bleke gelaat. Laat op de avond ervoor namelijk had hij mij een sms gestuurd, dat ik pas deze morgen net na het wakker worden las. Excuses, ik weet dat je ernaar uitkijkt, maar ik moet afzeggen voor morgen. Ik ben zó moe. Bezorgd stapte ik de dag in. De nasleep van zijn hartritmestoornissen was dus zwaarder dan verwacht. Ik belde hem op, vroeg hoe het met hem ging en wij maakten een afspraak om toch een klein stukje te gaan fietsen.

Monter stapt hij op zijn fiets met trapondersteuning en rijdt de polder in, ik rijd achter hem aan. Op een strategische plek, met een goed uitzicht over een water, een struweel en een grasgors, gaan wij zitten op onze klapstoeltjes en wachten op wat komen gaat. Eenden dobberen in de dekking van een eilandje. Een havik snelt als een crucifix door de lucht. Op het moment dat alles lijkt gezegd, overvalt mij een ultiem gevoel van tevredenheid. ‘Wat delen wij samen toch een mooie hobby’. Hij glimlacht en dat zegt mij genoeg.

Als wij later weer op de zadels van onze stalen rossen zitten en de teugels laten vieren, ga ik naast hem rijden en kijk naar zijn gezicht waar nog steeds een onnatuurlijke witte teint overheen ligt. Ik zeg het hem en hij begint hartstochtelijk te lachen. ‘Dat is zonnebrandcrème factor 50’. Op dat moment valt de eerste motregen. Ik kijk op mijn horloge en zie dat wij alweer vijf uur op pad zijn. Tijd om op huis aan te gaan. Eenmaal binnen beginnen mijn konen al snel te gloeien.

‘Je hebt een kop als een biet’ zegt mijn vrouw.
zachtjes grinnik ik voor mij uit, dat een toef zonnebrandcrème mij niet zou hebben misstaan.