Telkens verbaas ik mij over de stilte voor een storm. Hoewel stilte? De media en een deel van de burgers waren druk bezig de boel op stelten te zetten. Zelf was ik ietwat stoïcijns: Ik zou wel zien.
De
dag waarop Eunice aan land zou komen, begon rustig. Pas in de loop van de
middag wakkerde de wind aan tot stormachtig, om in de avond en nacht fikse
beuken uit te delen. Zaterdag nam ik de schade op. Als een verdwaasde, maar nog
niet verslagen bokser, lag de wijk aan mijn voeten. Er waren dakpannen van de
daken geblazen, hier en daar lag een omgewaaide boom en sommige tuinen hadden
een schutting minder. Opgelucht haalde ik adem. Pas later vernam ik dat er
elders wel een knock-out was uitgedeeld; naast materiele schade was er zelfs desastreuse
letselschade
Na
een dag luwte kwam de definitieve genadestoot van Franklin, die als Mike Tyson
woest om zich heen sloeg. Nu de storm is uitgeraasd ligt de wijk alsnog uitgeteld
op de grond. Bomen zijn als luciferhoutjes afgeknapt, of zijn met wortelstelsel
en al omgevallen. Complete daken zijn weggevaagd.
Vandaag
wordt de schade opgenomen en waar mogelijk hersteld. Wij hebben waterschade net
als de buren. Wind, langdurige regenval en opstuwend water van het schuurdak
zijn waarschijnlijk de oorzaak. Of ligt het anders? Eerder hadden wij immers
ook al lekkage op die plek. Toen konden aannemers het lek niet vinden. Ik zal
de wanden, die pas waren gerenoveerd moeten herstellen en wie weet vind ik dan
zelf het lek.
Vervelend allemaal, maar uitgeteld ben ik nog niet. Als een ware vuistvechter zet ik mij schrap voor
Gladys, de volgende storm!