Zo’n
dertig jaar geleden liep ik regelmatig in mijn uppie door het polderlandschap
achter mijn huis. Dat beeld van een mens die graag buiten is, past al sinds mijn vroege jeugd
bij mij; ik was en ben geen binnenmens. In die dagen kwam ik regelmatig mensen
tegen die hun hond uitlieten. Een van hen verwoordde wat anderen van mij
dachten: ’Is het niet wat voor jou om een hond te nemen, het lijkt mij eenzaam
zo alleen?’ Hun innerlijk spiegelde hen een beeld voor van hoe ik mij zou
kunnen voelen, aan de hand van een uiterlijk beeld. Mijn uiterlijk, gedrag en
houding, verraadt dus iets van hoe of wie ik ben.
Nu dertig
jaar later maak ik nog steeds mijn wandelingen langs de weilanden. Alleen, of
met een bekende. Soms stop ik voor een praatje met een passant, of een dier op
het land. Eenzaam voel ik mij nooit.
Tijdens die
tochten kom ik regelmatig een jonge man tegen van naar ik denk Chinese afkomst,
maar dat laatste terzijde. In eerste instantie liep hij op met, denk ik, zijn
vader. Ik zei hen gedag en de vader knikte vriendelijk terug. Van de jonge man
waren de lippen strak gespannen en lagen de kaken op elkaar geklemd. Het leek of
hij mij niet zag, of wilde zien.
De laatste
tijd loopt hij dus alleen en telkens groet ik hem. Op die momenten versnelt hij
zijn pas, alsof hij bang voor mij is. Het geeft mij een onprettig gevoel, want
wie wil dat iemand bang van hem is. Ik volhard echter in mijn groeten en kijk
hem telkens met open blik in de ogen. Eigenlijk wil ik verbaal contact met hem;
wie is die eenzame?
Ook in zijn
innerlijk gaat het een en ander om want als hij mij van verre aan ziet komen,
versnelt hij drastisch zijn pas en zwaait ter ondersteuning met zijn armen krachtig
langs zijn lichaam. Heel soms als wij elkaar passeren meen ik dat hij mij
toeknikt.
Wie is dat
toch die jongere die ik op uiterlijk gedrag probeer te doorgronden? Is hij
bang, boos, of autist, of misschien wel niets van dat alles?
Wie ben ik
als ik in de spiegel kijk? Ben ik die man zoals anderen mij zien en denken te
kennen? Ben ik wel die man zoals ik mijzelf zie? Is mijn buiten het buiten van
mijn binnen? En die ander, wat denk ik van hem of haar te weten?
Zal het ooit
tot een gesprek komen tussen hem en mij? Of lopen we beiden verder, ieder in
zijn eigen universum?