dinsdag 10 december 2019

Zomaar een dag


9-12-2019

Om even over zessen ontwaak ik ‘echt’. Werd ik eerder wakker omdat een volle blaas signalen gaf, nu is het mijn biologische klok die mijn ogen opent. Ik ben een ochtendmens en kan direct fysiek en mentaal in actie komen.
Op mijn smartphone bekijk ik dan ook de laatste zetten van mijn tegenstander. In één partij gloort hoop. Al jaren speel ik digitaal correspondentieschaak. Binnen drie dagen moet er gezet worden. Meestal gaat het sneller.
Ik check het nieuws. Het gaat mij om de headlines. Als de stukken te lang worden haak ik af. Ik lees liever boeken.


Op het ogenblik lees ik Het Opstaan van Désanne van Brederode en De zin van denken, van de Duitse filosoof Markus Gabriel. Het eerste boek is een Roman waarin de schrijfster in humoristische dialogen en ontroerende scenes commentaar geeft op het moderne leven, waarin steeds lafhartiger met schuld wordt omgegaan. In het tweede boek wil de schrijver het contact met onze menselijke, al te menselijke zin van het denken te herstellen.

*

Mijn ontbijt bestaat uit havermout, banaan en amandelmelk, waarvan ik een lekker warm papje kook. Melk drink ik niet. Veeboeren zullen weinig aan mij verdienen en daardoor het milieu, gerelateerd aan mijn gedrag, minder belasten. Dit in tegenstelling tot hardcore moraliserende milieufreaks die uit duurzaamheidsmotief in oude aftandse en olie slurpende voertuigen rondrijden en melk als water drinken. Want het is zo gezond. Thuis verwarmen zij hun huis met een allesbrander, of houtkachel; hergebruik, tel uit je winst. Stoot het fijnstof maar in de lucht. Ja hoor, doe maar. Maar val mij niet lastig met moralistische praatjes over hoe ik zo milieuvriendelijk ‘moet’ leven. Daar heb ik zelf al goed over nagedacht.


De kerstboom, een Nordmann, staat inmiddels versierd en al in huis. Een idee van mijn vrouw en ik gun het haar van harte, het brengt tenslotte een gezellige winterse sfeer in huis. Jaren hebben wij hem niet opgetuigd omdat ik allergisch ben voor naaldbomen. Met een Nordmann is het minder. En anders vlucht ik gewoon naar boven, naar mijn p.c. om te schrijven. Dit stukje bijvoorbeeld.


Zo … en nu eerst koffie. Biologische fairtrade koffie. Terwijl ik van de gloeiendhete leut nip, speel ik schaak tegen Femke. Ik probeer een Engelse opening op te zetten en de Dutch defence waarin mijn dochter thuis is te vermijden. Dan sluit ik af. Lees wat in mijn boek en stuur een tekst uit het boek rond. Ik trek mijn wandelschoenen aan. Een wollen pet en parka houden wind en regen tegen. Om mijn nek de onafscheidelijke verrekijker. In de polder word ik verrast door een jagende slechtvalk. Eerst gaat hij achter een spreeuw aan en later valt hij een buizerd op de grond lastig. Ik moet trouwens wel tol betalen voor het schouwspel, want niet veel later slaat de regen ongenadig toe. Nat bel ik aan bij een buur verderop in de straat. Gisteren was haar man per ambulance naar het ziekhuis gebracht. Ik neem even polshoogte. Het blijkt te gaan om evenwichtsstoornissen al of niet veroorzaakt door een virus.

*

Thuis trek ik droge kleren aan, zet thee en maak wat boterhammen klaar. Ik maak wat plannen voor de middag. Het weer nodigt niet uit om met de fiets op pad te gaan. Een bezoek aan mijn moeder zit er niet in. Kleine wandelingetjes met plu rond het huis is een betere optie. Met Femke heb ik even overleg met de schaakpartijen die ik speel en hoe Kerst en de jaarwisseling door te brengen.
Ik raadpleeg buienradar en buienalarm voor de actuele stand van zaken. Het wordt er niet beter op. Pas in de namiddag gaat het echt opklaren. Dat geeft moed voor vanavond, want dan mag ik een atletiektrainer observeren die hard aan het studeren is om een diploma te halen. Ik ben haar praktijkbegeleider.

Mijn lijf schreeuwt om inspanning. Dan nog maar een keer in de regen naar buiten. Onderweg, in een dode hoek zit, een blauwe reiger. Even sta ik stil bij hem en zing uit balorigheid een lied. Luid protesterend vliegt hij op. Ik lach hardop. Zo stil ik de tijd met … ja met wat. Verveling … lummelen … het geeft ook inspiratie. Want zie ik heb weer een alinea geschreven.


Straks aan het eten beginnen. Een halve groene kool van gisteren, met een stuk knolselderij en twee of drie aardappelen is de opmaat naar een stamppot met vegetarische braadworst als versiering.


Met een goed gevulde maag sta ik langs de atletiekbaan en zie een trainer die keihard haar best doet. Haar achtergrond als badjuffrouw helpt haar om een goede training te geven. Na afloop evalueer ik de oefensessie met haar. Alles verloopt prima. Volgende keer verleggen wij wat grenzen, dan kan zij nog beter worden. De laatste uurtjes van de dag breng ik samen met mijn vrouw bij de buis door. Tegen elfen zoek ik mijn mandje op. Morgen is er weer een dag. Er wordt droog weer verwacht. Niet voorspeld want de weermannen en vrouwen hebben nu eenmaal geen glazen bol.