Ons vakantieadres op de gemeentegrond van Zottegem lijkt
zelfs voor de routeplanner moeilijk te vinden. Telkens verlaten wij de grens om
hem, via bochtige betonwegen, verderop weer te overschrijden. Vanuit alle windrichtingen
worden wij dan ook richting ons huisje gestuurd. Maar dan rijden wij eindelijk
langs het spoor de plaats van bestemming op. De reis van Etretat naar hier
heeft acht uur geduurd.
De gastvrouw heet ons hartelijk welkom en wijst lachend op
een tekst langs het erf. Snel sluit ik de portieren van de auto.
De dagen die volgen zijn voor mij van groot belang. Wij gaan
historische plekken bezoeken van de mooiste wielerklassieker ooit; De Ronde van
Vlaanderen. Al jaren kijk ik hier naar uit.
Half in de ochtend rijden wij over de Dender Geraardsbergen
binnen. De auto parkeren wij onder het viaduct, om vervolgens door de
Brugstraat naar de Markt te lopen. Daar stijgt het plaveisel al licht, evenals
mijn hartslag. Terwijl José nog wat rondhangt bij winkelpandjes kan ik mijn
ongeduld niet bedwingen en loop de Vesten op. Nog één keer kijk ik achterom en
zie dat mijn vrouw er glimlachend de pas inzet om zich bij mij aan te sluiten.
Zij begrijpt mij. Aan het einde van de veste, die nu al behoorlijk steil omhoog
loopt, staat een bord.
Na mijn hartslag gaat nu ook mijn bloeddruk omhoog. Nog
enkele meters en ik bereik gewijde grond.
De Muur.
Hier vloeide het bloed,
gutste het zweet en
stroomden de tranen.
Hier werd door menige renner
en hondstrouwe supporter
gevloekt en gescholden.
gutste het zweet en
stroomden de tranen.
Hier werd door menige renner
en hondstrouwe supporter
gevloekt en gescholden.
Hier knokten de groten der aarde,
de echte Flandriens zoals Briek Schotte,
“De Kanibaal” Eddy Merckx
en Tommeke Boonen.
de echte Flandriens zoals Briek Schotte,
“De Kanibaal” Eddy Merckx
en Tommeke Boonen.
Hier sta ik, geëmotioneerd
haast te huilen.
haast te huilen.
De Muur gaat na een bocht over in de Kapelmuur, die nog steiler
is. Aan het einde op het hoogste punt ligt de kapel. Vanaf daar heb je een
prachtig uitzicht over Oost-Vlaanderen.
Aan de rand van Oudenaarde, ligt naast de Sint-Walburgakerk
het Centrum Ronde van Vlaanderen. Na een korte wandeling door het kleine en
oude centrum, archeologen zijn juist bezig met opgravingen en bestudering van
wat gevonden wordt, gaan wij het gebouw binnen en lopen de trap af naar een
grote ruimte met diverse zalen waar je, zo staat vermeld, De Ronde zelf kan
beleven. En daar is niets van overdreven. Op een ‘drieluik’ wordt in zwart-wit
en kleur een film getoond over de geschiedenis en hoogtepunten van De Ronde. Er
hangen foto’s, staan originele racefietsen van winnaars, bidons, merktruien –
zelfs de ouderwetse wollen van weleer en op schermen zijn klassieke aankomsten te
zien, zoals de vete tussen Roger de Vlaeminck en Freddy Maertens. Op een
fietssimulator kan ik zelf ervaren hoe het voelt om over de kasseien te hobbelen.
Geheel in de waan van de koers sta ik later even tussen twee klasbakken van weleer.
Vlnr. E. Merckx,
T.van Kampen, J. Museeuw
Voldaan verlaten wij het gebouw, zelfs José heeft genoten.
Wat nu te doen, het loopt al tegen het einde van de middag en morgen gaan wij
weer naar huis. Ik drentel heen en weer met de platte grond van de omgeving in
mijn handen en zie tot mijn gespeelde verbazing dat de Koppenberg en de Oude Kwaremont ook in de buurt liggen.
Vooruit dan maar zegt José en samen sjouwen wij de laatste hellingen op.
Nog een laatste slok, met een stijgingspercentage van 6% en
dan zit onze vakantie erop.