dinsdag 30 maart 2021

Observaties

I

 

De rivier

 

Donkere golven, enkele opgelicht door de zon, klotsen tussen basaltblokken aan de oever. Hij zit in het klamme gras en slaat voorzichtig zijn handen om een mok, die gevuld is met hete thee. Terwijl hij over het water staart, neemt hij kleine slokjes en snuift de damp van het gouden vocht. Alles valt op dat moment samen: rust, ritmisch kabbelen, geur en smaak, kilte en warmte.





 II

 

De wind ruist door de boomkruinen en is hoorbaar. Of is het de monotone golfslag van het rivierwater erachter? Misschien wel beiden. Zo zwijgend peinzend loopt hij naast zijn maatje. Over groen, langs slik, op kiezels. Een kale grijze tak ligt als kunst op de oever. Als je gaat zitten steekt hij deels schril af tegen de grijze lucht. Die hardheid is ingebed in het zachte ruizen van de wind verderop.