In
het donker parkeren wij onze huurauto voor de deur van ons appartementsgebouw, gaan
de receptie binnen en regelen de administratie. Met de lift zoeven wij even later naar de
derde verdieping en stappen ons verblijf binnen. Daar installeren wij ons in
geriefelijke fauteuils en overzien onze reis met al zijn gebreken. Dan gaan wij
slapen. Rond één uur worden wij gewekt door gebonk en gekreun. Uit alles blijkt
dat onze buren hun seksuele fantasieën de vrije loop laten. Even slaan wij er
acht op, dan draaien wij ons om en slapen door, moe als wij zijn. De andere
avond lijken onze buren hun vrienden uitgenodigd te hebben voor een heuse
gangbang. Er wordt met meubilair en andere apparatuur geschoven; gepraat,
gelachen en gekreund. Omdat dit ‘feest’ tot de vroege morgen doorgaat, hebben
wij stellig het idee dat onze buren een pornofilm aan het opnemen zijn. Bij het
ochtendgloren doen wij dan ook ons beklag bij de receptie. Het appartement
naast ons blijkt verkocht en derhalve kan men niets voor ons doen. Het woord
policia doet wonderen. Binnen vijf minuten krijgen wij een nieuw onderkomen aangeboden,
die een verdieping hoger ligt. De man achter de balie biedt ons zelfs aan om
mee te helpen met het versjouwen van onze bagage. Omdat wij nog maar één koffer
hebben, slaan wij het aanbod af. Ons nieuwe verblijf is een kopie van de
vorige. Van enig seksueel getint burengerucht in de nacht is geen sprake meer,
of het moet de krolse kater onder ons raam zijn die met zijn mauwen een wijfje
lokt.
donderdag 24 december 2015
dinsdag 22 december 2015
De Koffer
Als
de slurf van gate 22 aan het vliegtuig is gekoppeld, staat het gros van de
passagiers op om hun handbagage uit de bagagerekken te pakken. José en ik
blijven zitten tot er wat meer ruimte is en verlaten dan ook als één van de
laatsten het vliegtuig. In de aankomsthal zoeken wij een plekje aan de
transportband waar de minste passagiers staan. De weinige koffers die dan nog
langskomen maken het makkelijker om onze koffer te herkennen. Als na twintig
minuten bijna alle passagiers vertrokken zijn en twee koffers, maar niet de
onze, eenzaam hun rondes op de transportband maken, ruiken wij onraad. Onze
koffer lijkt niet te zijn aangekomen. Naast een man met een Arabisch uiterlijk
staat een koffer die exact op die van ons lijkt. Ik vraag
hem in gebroken Engels of hij zeker weet dat de koffer van hem is. Ja, knikt
hij. Toch blijf ik naar de koffer staren. Glimlachend opent de man zijn koffer
om mij te overtuigen. Na het wisselen van enkele woorden nemen wij gemoedelijk
afscheid van elkaar en gaan op zoek naar de balie voor calamiteiten en andere
urgente zaken. Het heeft veel voeten in aarde om de vermissing
administratief te regelen. Uiteindelijk wordt ons beloofd dat de koffer, zodra
hij terecht is, naar ons appartement in Sevilla wordt gebracht.
Met
gemengde gevoelens zoeken wij even later naar de balie van Gold Car, daar
hebben wij een auto gehuurd. De balie blijkt gesloten. Een papier met pijl wijst
ons de weg naar een ander loket. Tot mijn verbazing staat daar ook de man van
vermeende Arabische afkomst. Hij ziet mij niet. Omzichtig loop ik naar hem toe
en tik op zijn schouder. Als hij omkijkt wijs ik naar zijn koffer. Het kwartje
valt en samen schieten wij in de lach. Toch verontschuldigt hij zich nogmaals
en vraagt mij of onze koffer al terecht is. Ik beantwoord zijn vraag
ontkennend. Wij wensen elkaar een goed verblijf en ik help José bij de administratieve rompslomp die inmiddels ontstaan is bij de verhuurder. Uiteindelijk
mogen wij een keuze maken tussen drie sleutels, die de verhuurder voor ons op
de balie legt - het lijkt wel een tombola. Wij kiezen de middelste, een Seat
León. Op een plattegrond tekent de verhuurder de route die ons naar onze León
wijst. Rij G vak 52. In het donker sta ik tien minuten later voor de Seat,
richt de sleutel op de auto en klik op de deurvergrendeling. Op de pilaar
achter de auto weerkaatsen oranje lampen, de koplampen branden niet. Met onze
bagage loop ik naar de achterzijde van de auto, open de kofferbak en leg de
bagage erin. José vindt de auto wel erg groot voor een middenklasser, bovendien
staat hij hoog op zijn wielen. Ik heb weinig verstand van auto’s en al helemaal
niet van merken. Ik loop om de auto heen en kom tot de conclusie dat de beoogde
auto onze León niet is. Een voor een loop ik de auto’s in rij G af, dan zie ik
een Seat embleem. Opnieuw richt ik mijn sleutel en jawel nu gaan ook de voorlichten
branden. Onze huurauto is gevonden. Om dat te vieren pluk ik een sinaasappel
uit een boom achter de auto. Hij blijkt zuur.
Abonneren op:
Posts (Atom)