dinsdag 7 mei 2019

Schoon Vlaanderen


De informatiefolder over het Zoerselse bos ziet er veel belovend uit: Een gemengd bos, een landgoed met kasteeltje op een kilometer of dertig ten Zuidoosten van Antwerpen. Het geheugen van José, zij was er eerder geweest en de navigator voor het laatste stukje brengen ons zonder strubbelingen op de plaats van bestemming. De eerste honderd meter van onze wandeling horen wij nog het verkeerslawaai van de snelweg, maar dan overstemt vogelgezang definitief het geruis van rubber op asfalt. Al gauw worden wij getrakteerd op een zwarte specht, die zwaar met zijn snavel tegen de stam van een grove den hamert. Het blijkt een echt spechten bos, want ook de grote bonte specht laat zich meerdere keren zien en horen. Haast ongemerkt gaat het bos over in een coulisselandschap. Markante taferelen verdwijnen achter houtwallen en zijn even later weer zichtbaar. Als wij een brede laan oplopen doemt aan het einde daarvan het kasteel van Zoersel op. Na de geschiedenis van het kasteel op een paneel gelezen te hebben, duiken wij het bos weer in voor de laatste kilometers naar onze auto. Vandaar reizen wij naar ons hotel in Lichtaart.

Het hotel blijkt moeilijker te vinden dan wij dachten; een slecht aangegeven wegomleiding stuurt ons ‘het bos in’. Maar eindelijk vinden wij dan toch ons hotel. Wij slapen aan de achterzijde met uitzicht op een uitgestrekt bos. Nog diezelfde namiddag maken wij voor het diner een wandeling. Vogels laten zich al nauwelijks meer horen of zien, dat zal morgenochtend vast anders zijn. Na het ontbijt gaan wij dan ook op pad voor een fikse wandeling. Maar ook nu laten de vogels zich amper horen; het bos lijkt ’dood’. Het mooiste tafereel is nog de grote kudde schapen die ons pad kruist en het zonlicht dat avontuurlijk fel en soms gefilterd door het bladerdak, speelt met de omgeving. Aan het einde van onze wandeling stappen wij in de auto voor een ritje naar Antwerpen.

Aan de Scheldekaai is het goedkoop parkeren weten wij uit ervaring. Dit keer is ons vaste stekje vol. Gelukkig is er iets verderop wel plaats. Als wij het centrum binnenwandelen, blijkt de grote kathedraal en het stadhuis in de steigers te staan. Doeken waarop een afbeelding van de bouwwerken kunnen dit niet verhullen. Het is druk, zeker op de Meir. Om de drukte enigszins te ontlopen slingeren wij om Antwerpens drukste winkelstraat heen en bezoeken zo nu en dan een historisch gebouw. De lunch gebruiken wij op een wel heel bijzondere locatie: De Wasbar. Je kan daar heerlijk eten, aan grote tafels of kleinere in knusse zithoekjes. Wij kozen voor het laatste. En terwijl wij genoten van drie handgesneden bruine boterhammen met dik beleg, verbazen wij ons over een negental werkloze wasmachines. Wat doen die daar? Het antwoord kwam spoedig toen een kijkglas werd geopend, vuile was in de machine werd gepropt, aan knoppen werd gedraaid en de trommel ging draaien. Lunchroom á la wasserette. Wie verzint zoiets. Dat kan alleen bij den Belgs. Voor een waardering van de ‘lunchroom’ moet u maar eens googelen op internet, wij vonden het bijzonder en dat maakte het leuk! Weer een ervaring rijker laten wij de stad achter ons en rijden langs de Brabantse Wal ons eigen mooie Nederland weer binnen.