Half
in de morgen stapt zij in de metro, knoopt haar jas los, neemt de muts van het
hoofd, vouwt hem op en propt hem in een jaszak. ’t is warm genoeg. Bij elke
stop kijkt ze naar de passagiers die instappen en tovert een glimlach rond haar
mond. Het schijnt dat die lach stofjes in haar hoofd losmaakt waarbij zij zich
prettiger gaat voelen. Het werkt. Een klein uur later stapt ze het fotomuseum
binnen.
het
lijnenspel
de compositie
de grap
strijkt de
man het natuurschoon glad,
zoals het gazon achter hem
of kan hij het beter laten zijn
zoals het is?
gezellig
niet?
vijf stoelen, een asbak
en entertainment in de hoek
niemand te zien -
vertier in eenzaamheid
op de smartphone?
verlang naar
Vlaanderens Mooiste
zoals de man
kromgebogen
over het stuur
tegen de wind in
Op
de weg naar huis stopt de metro. Een zwaan is op het spoor geland. Die kan niet
meer voor of achteruit. Het is wachten op de dierenambulance. Met een
onwrikbare glimlach probeert de reizigster er geen probleem van te maken.