Op
een zonnige, maar frisse, maandagmorgen app ik met Piet. Hij houdt net als ik van
vogels. Alleen hij loert niet door een verrekijker of telescoop, maar door een
filmcamera. Hij kan goed filmen en valt soms in de prijzen. Om half tien pikt
hij mij op. Ik vraag hem even binnen, want ik ben bezig om een soepje voor de
avond te bereiden. ‘Ik ruik het’, zegt hij lachend.
We
lopen door het Mallebos en staan stil bij een boomklever. Zitten is
makkelijker, dus schuiven wij op onze veldstoeltjes. Voor mij is het de eerste
keer dat ik die buiten gebruik na mijn ongeluk. Het lukt! Ook het opstaan als
we verder gaan.
De
leukste waarnemingen zijn misschien wel de twee reeën, hinden -wijfjes- die ons
van dichtbij aangapen en de nestlocatie van een paartje staartmezen die speels
door de struiken baltsen.
Een
banaan en thee stilt mijn honger en dorst. Heerlijk zo’n ouderwetse
vogelochtend.
In
de middag tuur ik in mijn eentje door de telescoop de polder in. Ook weer voor
het eerst sinds zes maanden. Hoera, ik kan het nog. Behalve kieviten, tureluurs
en ander moois, observeer ik een paartje grutto’s. Op zeker moment ben ik
getuige van een copulatie, een vrijage. Altijd bijzonder om waar te nemen. Niet
veel later maakt het wijfje, trappelend, draaiend en schuivend een nestkuiltje
en dat pal achter mijn huis. Dit voorjaar zit ik gebeiteld met de grutto’s en
ander moois.