Terwijl ik een tekst lees van Femke, wriemelt er een pluisje bij mijn linkeroog. Verveelt veeg ik het weg. Het pluisje blijf echter wriemelen. Ik negeer het en lees geconcentreerd verder. Tot Femke plotsklaps zegt: “Pa der zit een spin bij je oog”. Lachend voegt zij er aan toe: “En hij weeft ook nog een web”. Vanaf mijn neus, naar mijn jukbeen, mijn oogkas en weer terug naar mijn neus trekt een minuscuul klein spinnetje een ragfijn draadje. Uiterst voorzichtig zet ik haar elders. We glimlachen. Wat een wonderlijke wereld.