maandag 23 mei 2016

Aan de vloedlijn



Al dagen was er een weeromslag voorspeld. De temperatuur zou zeker tien graden gaan dalen en ook de wind zou toenemen tot hard. Dat beloofde niet veel goeds voor onze vakantie op Texel.

Op vrijdagochtend plaatsen Jose en ik de aluminium fietsendrager tegen de achterkant van onze Peugeot. Dat is altijd even tobben omdat wij hem maar zelden gebruiken. Als de fietsen stevig zijn vastgesjord, zijn wij klaar voor vertrek. De temperatuur is op dat moment opgelopen tot boven de tweeëntwintig graden. Niets wijst op een temperatuurdaling. Toch als Zuid-Holland al enige tijd achter ons ligt en wij Alkmaar naderen, is de temperatuur flink gedaald, ook de wind is aangetrokken. De kop van Noord-Holland ligt er mooi bij. Aan de horizon midden in het duin is de kerncentrale van Petten ons herkenningspunt. Nu is het niet ver meer naar Den Helder.


Op de veerpont is het ronduit koud, zodat wij ons vertier binnen zoeken bij een warme kop koffie. Langs Den Burg en over de Hoofdweg rijden wij later de laatste kilometers naar het oostelijk deel van het eiland. Dit is niet het mooiste stukje van Texel. Lange kaarsrechte wegen lopen langs eveneens strak aangelegde akkers. Dit beeld verandert als wij laat in de middag naar de Waddenzee fietsen. 


het wad, windkracht vijf
onmetelijke ruimte
een schreeuw van puur geluk


Op de geasfalteerde dijk trotseren wij de harde wind. Rechts van ons stroomt het wad langzaam vol met het opkomende zeewater. Langs de vloedlijn dribbelen ‘drieteentjes’ driftig heen en weer, op zoek naar voedsel. Ook onze magen beginnen te knorren. Tijd voor een tussenstop in het meest noordelijke plaatsje van Texel. De hoofdstraat ligt er op dit uur verlaten bij. Maar een enkeling waagt zich nog buiten en ook in de plaatselijke horeca lijkt het stil. Aan het einde van de straat prikkelt de geur van versgebakken vis onze zintuigen.


De Cocksdorp, verstild
twee fietsen leunen tegen
de houten viskraam


Dit is het ware leven. Vette vingers, wind. Volhardend verdrijven wij onze vermoeidheid en honger.

zondag 22 mei 2016

Patatje Stoof



Mijn vriend Peter is een liefhebber van culinaire hoogstandjes. Regelmatig gaat hij uit eten. Zelf weet hij ook smakelijke gerechten te bereiden. Althans dat vermoed ik, als ik hem aanhoor of één van zijn recepten uitprobeer. Zo nu en dan gaan wij samen uit eten als wij op stap zijn. Vooral snacken staat hoog op zijn lijst. Ik houd in die gevallen vaak de boot af, omdat ik mijn fraaie sportlijf in conditie wil houden. Je bent een Adonis, of je bent het niet. Toch twijfel ik wel eens aan zijn smaak wat ‘goed’ eten betreft.
Zo herinner ik mij dat wij ons in Breskens bogen over een Wiener Schnitzel. Hij vond hem voortreffelijk smaken, terwijl ik naarstig onder mijn schoen keek, of de kok daar de zolen niet vanaf had gesneden. Wat waren die krengen taai en smakeloos. Laatst in België leek Peter door de mand te vallen. Meerdere malen wilde hij graag met mij een patatje stoofvlees verorberen. Dit keer kwam ik hem als vriend tegemoet en ging op zijn uitnodiging in.
Een frituur was snel gevonden. Eentje met terras zelfs. Toen ik de borden las waarop vermeld stond wat er werd verkocht, zakte de moed mij in de schoenen. De artikelen waren van producent Mora. Geen echte, verse en door de patatboer zelf gesneden Vlaamse frieten dus. Enfin, Peter nam de bestelling op en ik zocht een plekje op het terras onder een parasol. Even later kwam mijn vriend glunderend met twee bakken eten naar mij toegelopen. Wat voor mij op tafel stond leek meer op een patatje oorlog dan op een patatje stoof. De jus was door de friet heengelopen, wat het geheel tot een aardappelbrij maakte. Een grote klodder zure mayonaise, die als een toef slagroom op het gerecht prijkte, maakte het er niet aantrekkelijker op. Voorzichtig viste ik een stukje vlees uit het bakje en zocht naar een nog heel patatje. Ik moet zeggen het smaakte niet slecht, maar ik had er meer van verwacht. De sfeer en het feit dat Peter met volle teugen van zijn ‘maaltijd’ genoot maakte echter alles goed. En ondanks dat ik die avond geen buikkrampen en zure oprispingen heb gekregen, nam ik voor de zekerheid bij het naar bed gaan een extra maagzuurremmer in - je weet immers maar nooit.

Dit verhaal is een ‘vervolg’ op de Rambobrug van 10-05-2016. Hoe Peter de dag ervoer  is te lezen op zijn blog: www.peterdestadsvogelaar.blogspot.com