Al
dagen was er een weeromslag voorspeld. De temperatuur zou zeker tien graden
gaan dalen en ook de wind zou toenemen tot hard. Dat beloofde niet veel goeds
voor onze vakantie op Texel.
Op
vrijdagochtend plaatsen Jose en ik de aluminium fietsendrager tegen de
achterkant van onze Peugeot. Dat is altijd even tobben omdat wij hem maar
zelden gebruiken. Als de fietsen stevig zijn vastgesjord, zijn wij klaar voor
vertrek. De temperatuur is op dat moment opgelopen tot boven de tweeëntwintig
graden. Niets wijst op een temperatuurdaling. Toch als Zuid-Holland al enige
tijd achter ons ligt en wij Alkmaar naderen, is de temperatuur flink gedaald,
ook de wind is aangetrokken. De kop van Noord-Holland ligt er mooi bij. Aan de
horizon midden in het duin is de kerncentrale van Petten ons herkenningspunt.
Nu is het niet ver meer naar Den Helder.
Op
de veerpont is het ronduit koud, zodat wij ons vertier binnen zoeken bij een
warme kop koffie. Langs Den Burg en over de Hoofdweg rijden wij later de laatste
kilometers naar het oostelijk deel van het eiland. Dit is niet het mooiste
stukje van Texel. Lange kaarsrechte wegen lopen langs eveneens strak aangelegde
akkers. Dit beeld verandert als wij laat in de middag naar de Waddenzee
fietsen.
het
wad, windkracht vijf
onmetelijke ruimte
een schreeuw van puur geluk
onmetelijke ruimte
een schreeuw van puur geluk
Op
de geasfalteerde dijk trotseren wij de harde wind. Rechts van ons stroomt het
wad langzaam vol met het opkomende zeewater. Langs de vloedlijn dribbelen
‘drieteentjes’ driftig heen en weer, op zoek naar voedsel. Ook onze magen
beginnen te knorren. Tijd voor een tussenstop in het meest noordelijke plaatsje
van Texel. De hoofdstraat ligt er op dit uur verlaten bij. Maar een enkeling
waagt zich nog buiten en ook in de plaatselijke horeca lijkt het stil. Aan het
einde van de straat prikkelt de geur van versgebakken vis onze zintuigen.
De
Cocksdorp, verstild
twee fietsen leunen tegen
de houten viskraam
twee fietsen leunen tegen
de houten viskraam
Dit is
het ware leven. Vette vingers, wind. Volhardend verdrijven wij onze vermoeidheid
en honger.