Dit
keer razen wij over de snelweg die als grens tussen het begroeide duin
van het Oostvoornse Meer en de bedrijvigheid van de Maasvlakte ligt. Tussen relatieve
stilte, want altijd is er de ruis van de industrie, en het voortjakkerend
vrachtverkeer. Bij de Maasmond stappen wij uit de auto. Hij fysiek niet zo
sterk meer laadt zijn optische instrumentaria op de vouwfiets. Ik kan het
gelukkig nog zelf dragen.
Verderop
staan twitchers te loeren naar een dwaalgast. Wij sluiten ons aan en zien het
wonder dat van ver ons land heeft aangedaan; een Aziatische roodborsttapuit.
Een ondanks zijn grauwe herfstkleur contrastrijk vogeltje, dat qua bewegingen
veel weg heeft van een grauwe vliegenvanger. Leuk om te zien. Toch vinden wij ‘onze’
keep mooier, zeker nu die zojuist zijn toilet heeft gemaakt in een nog niet
opgedroogde plas regenwater.
Rond
het middaguur klimmen wij de stuifdijk op. Ik wat sneller dan hij. Ik zie hem
zwoegen, besluit terug te lopen en neem zijn bagage over. Geen enkel probleem. En
zo zitten wij te genieten van de zee achter ons en een ‘vulkanische’ uitbarsting
van CO2 voor ons; de schoorsteen moet immers roken.
Er
is ook niet-contrast. Het samen genieten van een sublieme hobby en een
vriendschap waarin veel samenvalt.