Wat
is de vraag? Links- of rechtsom. Met de wijzers van de klok mee, of dwars
ertegenin. Mijn besluit is om met de vaart der volken mee te lopen. Kalm aan,
als een soort warming-up, gaat het richting bruggetje. Dat gepasseerd rechtsaf. Direct blaast de wind
haast mijn petje van het hoofd. Bij de polder linksaf. Op naar de volgende
brug. De wind in de rug. Daar rechtsaf om te worstelen met een fikse zijwind.
Onderweg
is de bewoner op het erf van zijn huis aan het werk. Ik maak een praatje met
hem. We delen dezelfde hobby. Wielrennen. Straks zal hij op zijn fietsie
stappen en zijn rondje rijden. Soms doet hij dat twee keer op een dag. Dat
rondje(s) rijden doe ik niet meer. Hem misgun ik het niet.
Verderop
passeer ik drie boerderijen. Waarvan één eigenaar een originele boer is, één
een hobbyboer en de ander een gemengd bedrijf runt. Weet je wat, … Ik doe als
schrijver van dit stukje net of ik van de andere kant kom. Tegendraads dus.
Bijna
zwiept een stevige bries de pet van het hoofd. Rechts ligt een verbouwde
boerderij waarvan de eigenaar Shetlanders houdt. Ik denk als hobby. Naar mijn
idee is het een tandarts met pensioen. Links runnen de boer en boerin naast een
veehouderij een verkooppunt van allerhande streekproducten. Het meest groenten
en fruit.
Als
ik de bebouwing gepasseerd ben, komt een wielrenner mij tegemoet. Wij groeten
elkaar. Ik ken hem. Hij woont verderop. Heeft een vrijstaand huis en houdt het
erf daarvan tiptop in orde als hij niet op zijn tweewieler bivakkeert. Soms
maak ik een praatje met hem. Vandaag dus niet.
En
zo maak ik mijn rondjes. De vraag ia alleen: Links- of rechtsom.