Soepel glijdt de voet langs de
vinger in de schoen. Wind ruist door het populierenblad. Bij ‘niet beter weten’
zou je denken; herfst. Luiken links en rechts zoeken rollend hun weg omhoog. Een
buurvrouw jaagt haar kinderen aan tot goed gedrag. Wie haar niet kent zou denken
aan een fikse ruzie. Wat je voor de buitenwereld verbergt, krijgt binnen de
ruimte. Wie heeft daar, op zijn tijd, geen last van.
Er staat: ‘Weet dat u niet uw lichaam bent en verblijf
in het Inzicht/Bewustzijn’.
Gedachten voor de spiegel: Wie is dat meer dan alleen die gezien wordt?
De aloude vraag over materie en intellect.
In de winkel het zoeken naar een
product. Waar? Vragen maar. Hij denkt diep na. Kom maar mee. De halve winkel
wordt door gesjokt, het product gevonden. ‘Bedankt’. Bij de kassa geeft een
klant voorrang. Een vriendelijke blik wordt uitgewisseld. Na het pinnen nog een
keer en als toegift een vette knipoog en een deuntje van eerder. ‘We zijn op de
wereld ommekaar ommekaar, te helpen niet waar?’ Wie ken het liedje nog?
Zo verdiept in het tikken van
letters, dat een tweede ‘bakkie’ vergeten wordt. Het apparaat dat bonen maalt,
de koffie zet, wekt. Wat een kabaal. Afronden maar, dit verhaal. Gezien de
titel is het gelukt. ‘Uit het leven van’. Ja van wie. Fictie?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten