Om exact een uur pakt Dirk
Houtzager zijn razendsnelle Gazelle uit het halfvergane schuurtje achter zijn
huis, om vijftien minuten later op de kruising van de Nieuwpoortseweg met De
Singel zijn vriendin Chantal Appelwang te ontmoeten. Met zijn door kou
gebarsten lippen kust hij vluchtig de warme mond van zijn lief. Dan rijden ze,
zij als een amazone gezeten op de stang van zijn stalen ros, naar het Oude
Raadhuis aan de Hoogstraat. Die middag maken beiden hun dichters debuut. Als ze
ter plekke arriveren, staat het plein vol met fietsen. Binnen wacht hen een
hartelijk ontvangst door John Bontenbal, de organisator van het literair café.
Hij begeleidt hen beiden naar een knus zaaltje, dat op een enkele stoel na, gevuld
is met liefhebbers van het Nederlandse woord. In een hoek staat een
spiegelzwarte vleugel waarachter de huispianist ‘Erbarme Mich’ van Bach tracht
te vertolken. Het lukt hem niet, maar op dat moment heeft niemand dat nog in de
gaten. Met een ferme tik op de microfoon achter de lessenaar opent John de literaire
middag die als de thema, ‘langs de lek is het fijn toeven’, heeft.
Als drie gevestigde dichters
hun kunsten hebben vertoond en Dirk met koude klamme handen onrustig op zijn
houten klapstoel zit, is het de beurt aan Chantal. Het publiek hangt aan haar
lippen. De schoonheid waarmee zij haar gedichten voordraagt, de klank en
intonatie, wordt die middag niet geëvenaard. Het applaus dat haar ten deel valt
neigt naar een ovatie en houdt langer aan dan gebruikelijk. Bescheiden vraagt
de spreekstalmeester om stilte. Pauze. Tijd voor de pianist.
Dirk dagdroomt. Hij ziet de
pianist achter de vleugel. Boven de vleugel hangt het bordje waarop de tekst:
‘Don’t shoot the pianist’. Langzaam loopt Dirk naar de vleugel en draait het
bordje om. Dan knikt hij met zijn hoofd naar het publiek. Terwijl de pianist
wordt bekogeld met tomaten, maakt Dirk zich bukkend uit de voeten.
Na de met valse noten gevulde pauze,
is het de beurt aan Dirk. Hij brengt het er goed van af. Toch twijfelt hij aan
zichzelf. Echter als diverse mensen hem na afloop complimenteren glimt hij van
trots. Bij het weggaan, schiet Dirk nog even de pianist aan. Hij steekt hem een
hart onder de riem. Ook de pianist is tenslotte een liefhebber van kleine
kunsten. Niet meer en niet minder, evenals Dirk zelf.