Zo
rond half zes wordt hij wakker. Een streep licht van buiten valt op de muur.
Het dakraam waardoor het naar binnen glipt staat op een kier en klappert zacht
in het scharnier. Nog even woelt Rick om, dan stapt hij uit bed. Zijn vrouw
Alice merkt niets van zijn bewegen en slaapt rustig door. Beneden opent hij de
deur die toegang geeft tot de kleine boomgaard achter het huis. Onmiddellijk sluit
hij hem weer. Het waait te hard. Binnen is daar door de goede isolatie niets
van te merken. Hij zet de computer aan en zoekt het weerbericht. Er is storm op
komst. Als Alice beneden komt, waait het al harder.
Ze
gaat de keuken in en op het moment dat zij de deur van de koelkast open wil doen,
gaat het licht uit. In de koelkast is het pikkedonker. Enkele stoppen zijn
‘gesprongen’. Op de tast vindt zij
eieren en wat broodbeleg. Margarine kan zij niet vinden. Rick gaat op zoek naar
een zaklamp. Omdat die haast nooit wordt gebruikt, kan hij hem niet vinden. ‘Er
zit toch een lichtje op je mobiel’, roept Alice vanuit de keuken. Uiteindelijk
komt alles in orde en bakken ze een spiegelei met spek. De geur van Earl
Grey mengt zich vanuit een glazen kan met
het haast Engelse ontbijt. Wat tegenzat wordt een plezier.
Vrolijk
doet ieder zijn ding. Alice zit achter de pc en probeert een kort verhaal te
schrijven. Ze was er al mee begonnen, maar telkens vond ze het niet goed
genoeg. De pagina met wat zij schreef, is gewist en staat leeg voor haar neus.
Haar humeur zakt, want weer weet zij niets. Dan schiet haar iets te binnen. Ze zoekt
een pas geschreven gedicht op, kopieert het en plakt het op een lege pagina.
ruiten
rammelen
pannen klepperen
boomtakken zwiepen
krakend heen en weer
wind raast razend langs de ramen
het water zweept vanachter dijken
over de kruinen, luister … herfst
Zij
krijgt een gaaf idee. Als ik deze ochtend nu eens beschrijf met dit gedicht. Dan
heb ik toch een leuk kort verhaal.