He,
he, eindelijk weer een wandelingetje in de polder. Het kwam er even niet van. Een
bekende vrouw rijdt mij tegemoet. Haar
labrador snuffelt in de berm. We groeten elkaar. Als ik het bruggetje vlak bij
mijn huis op wil lopen, hoor ik alarmerende kreten. Help, help. Ik kijk om en
zie niets. Help, help. Langs de kant van een sloot ligt de zojuist
begroette vrouw. Zo snel mogelijk loop ik naar haar toe.
Ze
denkt dat zij haar heup gebroken heeft. Wij beiden hebben geen telefoon bij
ons. Ik stel haar gerust, pak haar fiets en geef aan dat ik haar man en
eventueel een hulpdienst ga inlichten. Opnieuw wil ik het bruggetje opdraaien. Maar
… de fiets heeft geen handremmen. Gelukkig heb ik mijn hoofd bij de situatie en
alles wat ik wilde vindt zijn doorgang. Helaas ook de gedachten en emoties die door
mijn lijf gieren.
Koffie
is een rustgever. Daarna even naar kennissen om mijn verhaal te doen. Wat blijkt,
die staan op het punt om een weekje op vakantie te gaan. De moeder van een van
hen is onlangs overleden en de ander heeft een burn-out met medische
complicaties. Hun verhaal draagt niet bij aan mijn ‘goedvoelen’. Toch ga ik
naar mijn vriend, dat had ik afgesproken.
Hij
ziet er goed uit. En ondanks dat hij mentaal sterk in zijn vel zit, heeft hij
fysiek het nodige te verwerken. Mijn petje af hoe hij in het leven staat.
De
vrouw is inmiddels thuis en heeft inderdaad een heup en bekkenfractuur. Binnen een
half jaar kan zij hersteld zijn. Ga er maar aanstaan. Na een matige nacht en
goede ochtend, schrijf ik dit verhaal. Het leven gaat door.