vrijdag 21 maart 2025

Op verzoek - voor E.

 

Voorbij het klappen van de vleugels. Zou het een zeearend zijn, denken zij. Zo te zien aan de grootte en de enorme spanwijdte van de gevingerde vleugels wel. Hij vliegt ver weg. Zeker op anderhalf, twee kilometer hemelsbreed, dus geen referentie. Een buizerd die hem wegpest biedt uitkomst. Daar passen er zeker drie a vier van in. Waar zou hij vandaan komen? Misschien wel van ver. Vier, vijf slagen en hij zeilt honderden meters ver. Kan zomaar een kilometer of dertig, voorbij het klappen van de vleugels zijn.

#

 

Het wetland doet zijn naam eer aan. Het is een vergaarbak van overtollig regen- en rivierwater uit de rivier die erlangs stroomt. Diverse eendensoorten vinden er hun domein. Op drooggevallen slik de roep van een tureluur. Boven de dijk, tussen de toppen van enkele vlieren en wilgen speelt een mannetje bruine kiekendief een spel met mij. Volg me maar, assie kan. Het lukt mij. De lach van een groene specht is misplaatst.

#

 

Een huismus lijkt zo algemeen. Een ordinair bruin vogeltje. Is hij dat werkelijk?. Als je goed kijkt niet. Zijn gedrag en de tekening van zijn verenkleed is dan best bijzonder. Misschien ontdek je dan wel een zwart vlekje op zijn witte wang. Ringmus is zijn naam. Een andere mussensoort, maar in het Latijns niet tot de mussen behorend, is de heggenmus. Al vroeg in het jaar laat hij zijn zang, vanuit onder andere heggen, horen. Vandaar zijn naam.

Wat te denken van een kneu. Baltsend. Tussen kluiten aarde - .

woensdag 19 maart 2025

Spel tussen licht en duister

 

duister kruipt omhoog
uit de aarde zoals ik ’t
dikwijls zie

het laatste licht van de dag
trekt op langs boom en struik
van het bos

in het noorden verslindt
de duisternis het licht
mateloos

de dag lijkt bijna verzwolgen
ik denk aan de zon die morgen
weer zal schijnen

voorbij gaat de dag, andere
met nieuwe verlangens,
zullen volgen

dagen met bloeiende fruitbomen
waarin het vlinderwit en -geel
de lijsterzang

maandag 17 maart 2025

t dichtertje

en de schilder snijdt
zijn doek in stukken

het zicht op -
de rivier, de berg, de toren
appelbomen in bloei
de rode daken van de stad

in vier grote gelijke delen
rechthoekig met een mes

geërgerd denkt hij:
het is niks, totaal niks
weet je wat, ik ga dichten

hij pakt pen, papier
en schrijft deze poëzie

weet, met glimlach en plezier