woensdag 12 juni 2013

Zouweboezem


    
De Ka deint onhoorbaar op het water.
Losslaan kan niet daarvoor is de wind te zwak.
Boven oeverriet, dat golft van licht- naar donkergroen
zweeft gitzwart een stern.

Als we tegen een boom gezeten,
langs de oude fruitgaard onder de zon door naar de einder
turen, vliegt een koperkleurige reiger op uit een smalle sloot.
Stil staren wij hem na.

Op de kade tussen plas en dras
sluip ik op mijn knieën naar de waterwilg toe.
Daar, diep verscholen speelt de bosrietzanger diefje -
Ik verlos hem.

Nog steeds deint De Ka op het water
Tanige touwen laten haar vieren, losslaan kan niet.
Hier begon de tocht langs de haven, waar tussen de huizen
de zwaluwen gierden.