Proberen
de mensen in de dagen rondom Kerst de vrede nog enigszins te bewaren, het
dierenrijk kent geen moreel besef; de jacht op voedsel gaat naarstig voort.
Het zit Dirk zondagmorgen, het is eerste kerstdag,
niet mee. Hij verveelt zich, ondanks dat hij op het bijzettafeltje naast de
‘makkelijke stoel’ waarin hij zit, een boek, een kruiswoordraadsel en een
schrijfblok heeft gelegd. Hij komt tot niets. Het wachten tot zich iets
aandient lijkt begonnen.
Dirk is bode van beroep. Dagelijks rijdt hij op zijn elektrische fiets van huis naar kantoor, een tocht van nauwelijks tien minuten. Daar sorteert hij inkomende post, die hij vervolgens bezorgt bij collega’s. Hij is geliefd en sociaal. Zo nu en dan vraagt een collega of hij nog wat anders dan post in de aanbieding heeft. Hij hoeft dan niet lang na te denken, want als fervent lezer ligt er vaak een uitgelezen boek te wachten om in andere handen over te gaan. Laatst had hij een boek over de mens en zijn hobby’s in de vroege middeleeuwen, een boek dat handelt over een al lang vergeten nomadenvolk en een boek met de titel: ‘De bestrijding van de houtboktor en ander ongedierte’ te geef. De boeken vinden geen aftrek.
Dirk is bode van beroep. Dagelijks rijdt hij op zijn elektrische fiets van huis naar kantoor, een tocht van nauwelijks tien minuten. Daar sorteert hij inkomende post, die hij vervolgens bezorgt bij collega’s. Hij is geliefd en sociaal. Zo nu en dan vraagt een collega of hij nog wat anders dan post in de aanbieding heeft. Hij hoeft dan niet lang na te denken, want als fervent lezer ligt er vaak een uitgelezen boek te wachten om in andere handen over te gaan. Laatst had hij een boek over de mens en zijn hobby’s in de vroege middeleeuwen, een boek dat handelt over een al lang vergeten nomadenvolk en een boek met de titel: ‘De bestrijding van de houtboktor en ander ongedierte’ te geef. De boeken vinden geen aftrek.
Dirk
en Tinus staan in de luwte van een dijk. Achter hen ligt een moerasachtige
ruigte en het Haringvliet. Voor hen liggen ondiepe plassen, waarin eenden
dobberen en steltlopers langs de oevers driftig foerageren. Honderden kieviten
en goudplevieren rusten op droog gevallen ruggen van slijk en zand. Groepen
kauwen en spreeuwen dwarrelen speels verderop boven de struiken. Regelmatig
wordt de rust verstoord en vliegen de vogels op. Voor de vogelvrienden momenten
om alert te zijn, want een slechtvalk kan wel eens snode plannen hebben om het
waterwild te verschalken. Merendeels is de ophef vals alarm en keert de rust
snel weer. Dit keer blijft het echter onrustig. En na secuur turen is de onruststoker,
gelokaliseerd. Het blijkt inderdaad een slechtvalk te zijn en wat voor één.
Groot en snel als hij is, scheert hij onder een vlucht talingen langs en buigt
omhoog richting de eenden die als op commando uiteen zwermen. Als de valk zich
boven de talingen bevindt, hergroeperen die zich. De valk duikt in de groep, die uiteen spat. Gelijk een visarend haalt de valk met één
poot uit op het water. Zou hij er één geslagen hebben vragen de vogelaars zich af.
In het dagelijks leven is Tinus gever. Dat doet hij
pro Deo, hij krijgt en verlangt er niets voor terug, althans geen harde valuta.
Hij wacht af wat de ander hem aanbiedt. Op zekere dag bood Dirk zichzelf bij
Tinus aan en als vanzelf ontstond er een vriendschap tussen de twee. Geven kan
op vele manieren. Zo kan Tinus aan-geven,
dat kan een bijvoorbeeld een theedoek zijn als hij samen met zijn vrouw een
kleine vaat afwast, of mentale steun als het de ander even tegenzit in het
leven. Op-geven kan ook. Soms heeft het er namelijk de schijn van dat Tinus
opgeeft als het hem tegenzit. Zoals een schrijver dan de pen neerlegt, zo legt
Tinus zichzelf erbij neer. Maar nooit definitief, altijd pakt hij de draad weer
op en geeft zichzelf weer voor de volle honderd procent. Ver-geven kan hij ook. Soms vraagt een bekende hem, of hij nog iets
te vergeven heeft. Inderdaad, in de trant zoals bij Dirk zijn: 'Heb je nog iets
aan te bieden?'
Vandaag sombert Tinus. De dag ligt als een horror vaccui voor hem, hoe die te vullen? Als het hem bijna teveel wordt gaat de telefoon. Gelaten neemt hij op. Het is Dirk. Hij biedt aan om samen naar Spuimonding West te rijden. Tinus gaat gretig akkoord en terwijl hij wacht op zijn vriend ver-geeft hij zichzelf dat hij die morgen niets dan sombere gedachten te vergeven had.
Vandaag sombert Tinus. De dag ligt als een horror vaccui voor hem, hoe die te vullen? Als het hem bijna teveel wordt gaat de telefoon. Gelaten neemt hij op. Het is Dirk. Hij biedt aan om samen naar Spuimonding West te rijden. Tinus gaat gretig akkoord en terwijl hij wacht op zijn vriend ver-geeft hij zichzelf dat hij die morgen niets dan sombere gedachten te vergeven had.
De
valk keert om zijn prooi op te halen. Een grote mantelmeeuw is hem echter voor.
Hij zwemt naast de taling, die half bewusteloos probeert het vege lijf te
redden. Telkens wordt de taling onder water geduwd en als hij boven komt, wacht
daar de snavel van de meeuw die hem murw beukt. Ongeveer een minuut of tien duurt
de tortuur, dan bezwijkt de taling. De meeuw grijpt hem vast met zijn enorme
snavel en vliegt op om de taling elders te verschalken. Dit is het moment
waarop de valk heeft gewacht. Vanuit het niets duikt hij op en met een precies
uitgekiende vlucht vliegt hij op de meeuw af, die zijn prooi van schrik laat
vallen. De valk grist de taling uit de lucht en plukt hem enige tijd later op
het land.
Voor Dirk en Tinus is dit een kerstochtend om nooit
meer te vergeten. De leegte is gevuld, de verveling gestild. Daar zijn vrienden
ook voor, om samen te wachten hoe de dag zich vult.
Het mag duidelijk zijn dat Dirk en Tinus volkomen
fictieve personages zijn. Het verhaal van de slechtvalk in cursief, is
gebaseerd op feiten en is waar; ik was er tenslotte zelf bij.