Beste vriend,
Vanochtend
ben ik naar de Beninger geweest. Nadat ik vest en jas had aangedaan, de rugzak
- waaraan mijn stoeltje bungelde - omgehangen en het statief, nog ingeklapt, op
mijn schouder gelegd, nam ik stoer de trap. Bovenop de dijk werd ik direct
getrakteerd op een drietal kemphanen; prachtig die bonte ruggen en geeloranje
poten. Even verderop overviel het mij opeens, voortgebracht door de stilte en de zon die het haast rimpelloze water schakeerde in licht en donker, zoals een
zwerm kieviten in de lucht; een ultiem geluksmoment. Op zo’n moment valt alles
samen. Als ik terplekke op zou lossen was het goed geweest. Zo'n
gevoel moet je niet vast willen houden, want dan verdwijnt het voor je er erg
in hebt. Beter is het om het los te laten, net doen of je het niet merkt, het
blijft dan langer hangen. Om het feit te vieren haalde ik Stanley tevoorschijn
en genoot van een lekker bakkie koffie. Het was het landschap en mijn goede
gevoel waar ik van genoot. Uiteindelijk werd mijn rust 'verstoord' door twee
mensen. Eerst was daar een jongen van plusminus 17 jaar uit Spijkenisse, die
pas anderhalf jaar vogelde. Ik heb hem wegwijs gemaakt, van wat gebiedjes in de
buurt. Van vogels wist hij al het een en ander. Niet veel later kwam een man van
onze leeftijd met hondje mij tegemoet. Hij knoopte een praatje aan, maar
ondanks het feit dat hij erg enthousiast was, smolt mijn goede gevoel als
sneeuw voor de zon. Wat een harde stem had die kerel. Ik kan mij jouw verhaal
nog herinneren van toen jij viste. Je werd aangesproken op je stekkie en dacht, rot
op ... loop door ... godver. Zo erg was het nog net niet, maar lastig was
het wel. Het goede gevoel was verdwenen en kwam pas langzaam terug toen ik op
mijn stoeltje genoot van mijn boterhammen en een nieuwsgierige graspieper die
beetje bij beetje dichterbij kwam. Wat een prachtig vogeltje is dat zeg. Zo
door de zon beschenen leken zijn breekbare pootjes wel van glas. Roofpieten en
reeën lieten het afweten deze ochtend, maar verder wat een dag ... Ik zal hem
niet snel vergeten.
Groet,
Tino