donderdag 28 februari 2019

Brief aan een vriend


Beste vriend,

Vanochtend ben ik naar de Beninger geweest. Nadat ik vest en jas had aangedaan, de rugzak - waaraan mijn stoeltje bungelde - omgehangen en het statief, nog ingeklapt, op mijn schouder gelegd, nam ik stoer de trap. Bovenop de dijk werd ik direct getrakteerd op een drietal kemphanen; prachtig die bonte ruggen en geeloranje poten. Even verderop overviel het mij opeens, voortgebracht door de stilte en de zon die het haast rimpelloze water schakeerde in licht en donker, zoals een zwerm kieviten in de lucht; een ultiem geluksmoment. Op zo’n moment valt alles samen. Als ik terplekke op zou lossen was het goed geweest. Zo'n gevoel moet je niet vast willen houden, want dan verdwijnt het voor je er erg in hebt. Beter is het om het los te laten, net doen of je het niet merkt, het blijft dan langer hangen. Om het feit te vieren haalde ik Stanley tevoorschijn en genoot van een lekker bakkie koffie. Het was het landschap en mijn goede gevoel waar ik van genoot. Uiteindelijk werd mijn rust 'verstoord' door twee mensen. Eerst was daar een jongen van plusminus 17 jaar uit Spijkenisse, die pas anderhalf jaar vogelde. Ik heb hem wegwijs gemaakt, van wat gebiedjes in de buurt. Van vogels wist hij al het een en ander. Niet veel later kwam een man van onze leeftijd met hondje mij tegemoet. Hij knoopte een praatje aan, maar ondanks het feit dat hij erg enthousiast was, smolt mijn goede gevoel als sneeuw voor de zon. Wat een harde stem had die kerel. Ik kan mij jouw verhaal nog herinneren van toen jij viste.  Je werd aangesproken op je stekkie en dacht, rot op ... loop door ... godver. Zo erg was het nog net niet, maar lastig was het wel. Het goede gevoel was verdwenen en kwam pas langzaam terug toen ik op mijn stoeltje genoot van mijn boterhammen en een nieuwsgierige graspieper die beetje bij beetje dichterbij kwam. Wat een prachtig vogeltje is dat zeg. Zo door de zon beschenen leken zijn breekbare pootjes wel van glas. Roofpieten en reeën lieten het afweten deze ochtend, maar verder wat een dag ... Ik zal hem niet snel vergeten.

Groet,

Tino