Vanachter het toetsenbord staar ik naar buiten. De mist die was verwacht, is er niet. Plots verlicht de entree van het huis. Het buurmeisje is de schuldige. Zij heeft de bewegingsmelder van de lamp in gang gezet. Rustig tik ik verder op het toetsenbord.
Ooit las ik het anderhalf vuistdikke filosofische boek Sferen van Peter Sloterdijk. Erudiet taalgebruik in abstracte begrippen. Uiteindelijk kreeg ik dat wat bedacht en opgeschreven was onder de knie en de tekst mij. Toen het boek uit was, liet ik het bezinken, las het later nog eens, althans probeerde het. Hoe heb ik dit kunnen begrijpen. Ik snap er niets meer van. Volgens mij is de filosoof meer een fantasoof.
Filosoferen is voortborduren op wat eerder bedacht is. Zelden is er iets nieuws. Is dat wel het geval, dan wordt dat samengevoegd met wat eerder bedacht was. Omdat ik met taal bezig ben, een leuke hobby, koppel ik wat ik las samen met wat ik denk in proza of poëzie.
niets 'is'
alles verschilt voortdurend
telkens communiceren krachten, ook in de mens
waarin een stroom van kosmische krachten
Een vriend van mij die ook van dergelijke vondsten houdt, dacht: kosmos, kosmonaut en vond: psychonaut. Het kan ook zo zijn dat je filosoferen ziet als psychologiseren bij vage of abstracte teksten. Is dat erg? Niet als je er plezier in hebt en doorhebt wat er gaande is.
Nu ik denk en schrijf, verdwijnt ook de nevel uit mijn hoofd. Voordat ik zo mijn schoenen aantrek en een flink stuk ga wandelen, althans dat is mijn idee, toch nog even dit:
positieve kritiek
geeft creatie - subjectieve creatie in een objectieve wereld.