Aan de monding van het Spui leun
ik met Peter lui achterover tegen een basaltblok. De zon schijnt uitbundig, het
is een graad of tien. Toch is het hartje winter. We zijn stil. De monotone ruis
van de industrie, ver achter ons en het pletsen van een platte steen die over
het water stuitert, zijn de enige hoorbare geluiden. Verderop landt een roerdomp
in het bruine riet. Stram staan we later op en vervolgen in gedachten onze reis
over de verzadigde winterdijk.
de winter is zacht -
een vleugje koude tintelt
door de warmte heen
een vleugje koude tintelt
door de warmte heen
voor mijn boek ongewoon gewoon zie, http://boekscout/shop/ViewProduct.aspx?bookId=3554