Een rusteloos been verdient geen aandacht,
althans dat beweren kenners.
althans dat beweren kenners.
Nu kan ik blijmoedig zingen:
Mijn been beweegt, dus ik besta.
Maar dat is niet de existentie die ik wens.
Maar dat is niet de existentie die ik wens.
Na weer een schreeuw om aandacht
zoek ik midden in de nacht naar afleiding en
pijnig mijn hersens met de diep filosofische vraag:
zoek ik midden in de nacht naar afleiding en
pijnig mijn hersens met de diep filosofische vraag:
Wat is de essentie van mijn been?
Minuten later, als het lichaam en de geest
slaapwaken in serene rust, val ik in diepe slaap
om uren later te ontwaken;
slaapwaken in serene rust, val ik in diepe slaap
om uren later te ontwaken;
Wat, o wat, tracht het been toch van zich af te schudden?