zaterdag 1 maart 2025

Passie

Ontspannen zit hij op de fiets. De wind strijkt vertrouwd over zijn wangen. Een verrekijker hangt om zijn nek. ’Vergeet niet als iets je boeit, of dierbaar is stil te staan bij de waarde daarvan.’ Vervelend, denkt hij, ik wil dat nog wel eens vergeten. Dus, …

Op het eerste het beste plekje staat hij stil. Bespioneert een buizerd die cirkelend  boven het slik iets eetbaars probeert te vinden. Een graspieper landt op een paaltje.

Ja, zo is het! Ergens ben ik gehecht aan iets moois wat toch zo simpel is. ‘Een vogeltje is voor mij van waarde, meer hoeft niet. Want, als die zich niet laat zien, dan raak ik niet snel van streek.’

Die stoïcijnen zijn zo gek nog niet. Moe en hongerig trapt hij de laatste kilometers. Ooit reed hij er meer. Maar de waarde van het tochtje is nog net zo groot, want de wind, de weidsheid en het alleen zijn is voor hem zo groot.

  

donderdag 27 februari 2025

Gedachten Woorden Daden

Martin dacht ooit, terwijl hij genoot van het uitzicht over een deel van de Duitse Eifel: De mens is in de wereld geworpen. Daar treft hij zich aan, geeft zichzelf betekenis en doet.

Dit is een existentiële gedachte. We bestaan niet zomaar. We zijn actief betrokken bij wie wij zijn en bij ons lot in de wereld. De reis van zelfontdekking en zingeving. Wie reist er mee?

Elk van de drie elementen uit de titel van dit schrijven speelt een cruciale rol in de vorming van ons leven en onze realiteit. Gedachten vormen de basis van ons bewustzijn, woorden geven vorm aan onze intenties en daden brengen onze visies tot leven. Samen creëren ze een dynamisch geheel dat voortdurend evolueert en de wereld om ons heen beïnvloedt.

Terwijl Martin daar zo zit, scharrelt er iets kleins tussen de nog winterkale takken van een hazelaar. Het vogeltje, want dat is het, fladdert nieuwsgierig naar een kale tak. Een merel vliegt voorbij. Dit geldt niet voor de gedachten van de man. Hij denkt terug aan een tekst die hij las. Al kan hij die niet meer exact onder woorden brengen.

Wat is bestaan of niet-bestaan? Is dat een eenheid of dualiteit?’

De zon verschuilt zich achter een wolk. Een vlaag wind trekt aan. Voel ik niet een druppel regen. Een duo wandelaars loopt voorbij. ‘Schiet maar niet op, het voorjaar, he?’ ‘Koud en nat’. Martin trek zijn kraag op maar blijft zitten. Een groene specht lijkt hem uit te lachen. De roep van de vogel is voor hem een teken : ‘Laat ik stoppen met denken om overal waarde aan te geven. Het weer bijvoorbeeld is er gewoon, net zoals ik zelf. Toch ontsnapt er nog een vraag: Wat was er voor het bestaan, voor de existentie?

De meeste mensen zouden zich waarschijnlijk niet druk maken over zulke filosofische vragen, maar voor Martin waren ze het hart van zijn existentie. Terwijl hij daar zit, in de natuur, voelt hij een diepe verbondenheid met alles om hem heen. De wereld is niet slechts een plaats om te bestaan, maar een canvas waarop hij zijn eigen betekenis kan schilderen.

Hij staat op, strijkt zijn jas glad en begint langzaam terug te wandelen naar huis. De vragen blijven, maar nu met een gevoel van vrede en aanvaarding. Misschien, denkt hij, zijn het niet zozeer de antwoorden die ertoe doen, maar de reis zelf. En in die reis vindt hij zijn ware ik.