Zie je zijn staart op en neer gaan, dat noemden ze ooit kwikken. Daar komt de naam van de vogel vandaan: kwikstaart. En omdat hij overwegend wit is heet hij witte kwikstaart’.
De late winterdag is aangenaam. Langzaam probeert het voorjaar de kou opzij te drukken. De vogelaar is met een jonge beginner op pad. Wie weet blijft er wat ‘hangen’ en wordt het estafette stokje doorgegeven.
‘Er is toch ook een gele kwikstaart?’ ‘Ja, over een paar weken komt die binnen. Hij is dan veel te vinden in het boerenland, weilanden en akkers. Kenmerkend is zijn blauwachtige kop en natuurlijk zijn gele kleur.’
Ontspannen banjeren de twee door het bosperceel. Vinken vliegen over het pad heen en weer, scharrelen in nog niet door de grond opgezogen regenwater en kijken zo nu en dan op of de kust nog veilig is. In oude elzenkatjes zoeken sijsjes naar insecten. Hoog vanuit de top van een boom rolt onmiskenbaar een zanglijster zijn vocale kunsten over de bühne. Het vogeltheater in volle glorie.
Plots klinkt een hoog ‘gekekker’ vanuit een populierenperceel. ‘Wat is dat’ vraagt de jongen. ‘Probeer hem maar te vinden’. Een schicht vliegt tussen de bomen door. Zo is hij niet op naam te brengen. Ineens is er een geluid te horen wat er op lijkt. ‘Is dit hem?’ Nee, dat is volgens mij een groene specht’. ‘Al klonk hij wel wat schor’.
foto: Peter GanzeboomOp het pad waarop de twee hun weg zoeken, beweegt een geelachtige vogel met een forse staart tussen de plassen door. De staart hipt. ‘Dat moet dan een gele kwikstaart zijn, al is hij wel wat groot’. ‘Bijna goed’. ‘Je ziet het goed, alleen de naam klopt niet’. ‘Dit is de grote gele kwikstaart. Best wel schaars. Je ziet ze niet zoveel. Alleen rond deze tijd.’
Weken later, de twee zijn weer op pad, buitelen kieviten door de lucht. Het eerste ei is al gevonden. Een vreemde gewoonte van de mens. Laat die beestjes toch met rust. Tluu – tlululu, is er opeens te horen. Een bruingrijze weidevogel ijlt door de lucht, landt en pas dan zijn de knaloranje poten goed te zien. De tureluur. ‘Dan zal de grutto ons ook vast een bezoek brengen’. En ja hoor ook hij laat van zich horen.
Eigenlijk best bijzonder. De wintergasten, o.a. de smient, grazen nog van het wintergras terwijl de voorjaarsvogels al actief zijn. Door de jaren heen is ook de vogelwereld aan verandering onderhevig: klimaatverandering. De vraag is, of dit alleen maar een natuurlijk proces is, of dat de mens daar toe bijdraagt. En is dat laatste normaal, evolutie, of … Geniet van de vogeltjes!
uit de krant Groot Goeree Overflakkee