Het
felle ochtendlicht strijkt over het vogelarme wad, dat met een schakering van
lichte en donkere kleuren ambigu aandoet. Het is een mengeling van rust en
stilte, maar ook een van leegte en troosteloosheid. Aan de landzijde van de
zeedijk is het een kabaal van jewelste. Kokmeeuwen en grote sterns klitten op
de kunstmatig aangelegde schelpenbanken bij elkaar, maken soortgenoten het hof,
of zitten zelfs al op eieren.
Al
enkele dagen struinen Peter en ik over Texel en ook dat geeft dubbele
gevoelens. Enerzijds het plezier dat deze parel van de
Waddenzee met zijn
schitterende landschappen geeft en anderzijds de
teleurstelling van het haast
niet te bereiken wad in verband met werkzaamheden aan de zeedijk. Als vogelaar
bezoek je een Waddeneiland om ook te kunnen genieten van wadvogels, die op de
‘vlucht’ voor het opkomend water droge gedeelten opzoeken. Nu kan dat bijna
niet, ook omdat het tij niet meewerkt.
Niet
van ons stuk te brengen duiken wij het duin in bij de Muy. Langs een met
braamstruiken begroeid pad, waar Galloways lui langs een kreek liggen, knalt
vanuit het groen een op een mitrailleurtje lijkende scherpe triller. De zang is
afkomstig van een braamsluiper, die onrustig achter een vrouwtje aanjaagt.
Die
avond houden wij een heuse barbecue bij ons huisje, met Texels lamsvlees en groenten
van de grill. De kant-en-klare wegwerpgroentengrill is van inferieure kwaliteit, een zware petroleumlucht walmt dan ook achter door
de tuin. Terwijl wij smullen van de sappige koteletjes en een kiekendief voor
ons neus een patrijs probeert te verschalken, krijgen wij bezoek van een
alleraardigst hondje. Het vrolijke beestje blijkt op zoek naar een lekker
hapje. De groenten zijn niet te pruimen.
Zij smaken naar aardoliedestillaat en
liggen koud te worden op een bord. De hond
ziet er een delicatesse in. Gulzig
schrokt hij het bord leeg.
Een klein uur later waggelt hij dampend uit bek en aars naar zijn baas.
Als
de zon later die avond knalrood achter het duin is gezakt en de eerste sterren
aan het firmament verschijnen, zoeken wij ons mandje op. Ik glij weg in een
diepe droom, die uitzicht geeft over de eindeloos weidse Waddenzee.