El Rocio
Van
ver trilt een roze gloed over het moeras.
Voorzichtig,
voetje voor voetje, nader ik het riet
en
tuur over het water waar tientallen flamingo’s
met
hun gekromde snavels door het water maaien.
Aan
de horizon richt de witte stad zich op.
In
haar midden torent de grote kathedraal.
Jong
en oud, man en vrouw, zadelen paarden
en
gaan in draf, of stapvoets door straten van zand,
houden
halt en drinken een drankje of eten wat.
Ik
droom,
zo
moet het geweest zijn.
Cowboys
te paard, het Wilde Westen.
Later
vervaagt geronk mijn gedachten,
ruiters
in zwart leer stijgen van hun paarden
Harley
en Davidson, die nog nastomen van een lange rit.
Ik
buig mij over de rib eye en proef het
warme
zoete bloed, drink het bittere bier en laat
de
sporen aan mijn laarzen rinkelen.