Snerpend koud is het, als de Oostvaardersplassen aan onze voeten liggen. Wij staan op de Grote Praambult een plateau dat dienst doet als uitzichtpunt. De zon en wind trachten tevergeefs dreigende buien te verdrijven. Pal onder ons ligt een spoorlijn, tegen wild en mens beschermd door een krachtig hekwerk. Daarachter ligt een brede watergang. Op andere plekken is het gebied afgebakend op een meer natuurlijke wijze. Brede waterpartijen voorkomen dat groot wild het reservaat niet of nauwelijks verlaat. Grote kuddes wilde paarden en herten galopperen en grazen op de door de winterkou spaarzaam begroeide weiden. Terwijl de vos zijn prooi besluipt, verteert een zeearend zijn maal in een opgaand populierenbos.
Van dit prachtige natuurgebied zijn de mooiste foto’s en films gemaakt. Dit, met de enthousiaste verhalen die rondgaan, maakt dat menig natuurliefhebber ter plekke een kijkje is gaan nemen, net zoals ik dat deed met een vriend, zoals hierboven is beschreven. Nog dagelijks staan groepjes mensen gewapend met verrekijkers en telescopen over de vlakte te turen.
Met de vooruitgang van de techniek is laatst een hightech-film over de Oostvaardersplassen uitgekomen. De film draait momenteel onder de naam ‘De Nieuwe Wildernis’ in diverse bioscopen. Tegelijkertijd is de commercie rond de film in gang gezet. Op dit moment zijn er al dvd’s, boeken en spelletjes te koop. Elektronicazaken en outdoorshops prijzen de film aan in hun folders, mede ter promotie van hun koopwaar. Door deze vercommercialisering wordt de diepste betekenis van het begrip ‘natuur’ uitgehold, laat staan van wildernis. Men mag zich afvragen of het moreel juist is om elk aspect in onze samenleving als handelswaar te zien.