zaterdag 2 mei 2020

Naar de tandarts


Deze week moest ik naar de tandarts. Het bezoek stond allang op de agenda, maar corona strooide roet in het eten. Nu was het dan zover. Er stond het aanbrengen van een kroon en het repareren van een afgebroken kies op het programma. Ik dacht na of ik zou gaan of niet. Het veiligste leek mij om te gaan, juist omdat nu iedereen nog alert is. Over de behandeling en het protocol later meer, nu eerst een stukje geschiedenis.


In mijn jonge jaren bracht de schooltandarts onze school elk jaar een bezoek. Ik had weinig gaatjes en het was zo gepiept om hen pijnloos te vullen. Na de lagere school moest ik op zoek naar een nieuwe tandarts. In die tijd waren zij echter schaars en via omwegen kwam ik uiteindelijk in Rotterdam-Zuid bij dr. L. terecht. Ik woonde in die tijd in Pernis en vaak kon ik na schooltijd bij hem een afspraak maken. Dr. L. kwam op mij nerveus over en na elke patiënt ging hij naar het toilet. Ik vond dat vreemd en vroeg mij af wat hij daar telkens uitspookte. Volgens mijn vader, die een keer met mij meeging, rookte hij daar als kettingroker telkens een sigaret. Later vernam ik dat hij alcoholist was en dat hij om te voorkomen dat een alcohollucht over de patiënt heen zou wasemen, hij die verbloemde met de aromatische geur van tabak. Voor zover ik mij kan herinneren, verliep elke behandeling normaal en heb ik geen trauma aan mijn bezoeken overgehouden. Dat was in Hoogvliet waar mijn volgende tandarts praktijk hield wel anders.


Ik vertelde in die tijd aan een kennis wie mijn tandarts was. ‘Die?’, zei zij. ‘Ga jij naar die paardenslager?’ Zij had slechte ervaringen met de man. En inderdaad had hij veel fascistoïde trekjes. Zijn apparatuur was van ouderwetse signatuur. Nog net hoefde hij zijn boormechanisme niet met de voet aan te trappen. Spoelen ging met een ijskoud glaasje water tussendoor. Met een grijns op zijn gelaat stelde hij mij gerust, ondertussen geniepig lachend. Al snel hield ik het bij hem voor gezien.


In Spijkenisse kwam ik bij een ultramoderne tandarts terecht. Ik wist niet wat ik meemaakte. Elke behandeling kon, als ik dat wilde, met een comfortabele verdoving. Gretig liet ik dan ook de spuit in een van mijn zenuwen zetten. De praktijk is inmiddels overgenomen door een Irakees, die nog moderner is, want hij past, meet en maakt zelf de kronen. In één dag is alles dus perfect afgehandeld.


De afgesproken dag waarover ik eerder sprak, werd ik welkom geheten. Ik mocht mijn handen desinfecteren. Zo ook mijn mond met waterstofperoxide. Toen ik in de stoel lag, kreeg ik een overzetbril opgezet. Daarna verscheen de tandarts. In witte plastic overjas, voorzien van mondkapje, voorzetbril en gelaatscherm boog hij over mij heen. Even schrok ik en dacht ik terug aan de ‘paardenslager’ van weleer. Maar vriendelijk en met handschoenen plaatste hij de verdoving en ging aan de slag.


Een dag later is alles weer als vanouds. Nu maar hopen dat het veilligheids-protocol zijn werk heeft gedaan en hét virus mij niet te grazen heeft genomen aldaar.