Langzaam
verandert het agrarisch landschap als wij de Belgische grens naderen. Liggen de
akkers en weilanden in Nederland er keurig en gecultiveerd bij, in België is
het allemaal wat losser. Afrasteringen zijn van meer natuurlijke snit. Houtwallen
en meidoornhagen bakenen er de percelen af. Sommige velden liggen zelfs
letterlijk ingeklemd tussen het groen van heuse bospercelen. Het geeft ons een
gemoedelijke en rustgevende indruk. In ontspannen sfeer zakken wij dan ook af
naar Mol, de plaats van bestemming.
Onverwachts
vertraagt het verkeer voor ons en een tiental meters verderop staan wij zelfs
stil. Als er vervolgens een minuut lang geen tegemoetkomend verkeer is langsgereden
vragen wij ons benauwend af: toch geen file zeker? Precies op dat moment komt
het tegenliggend verkeer op gang. Een dertigtal auto’s passeert ons. Als de
laatste auto voorbij is, gebeurt er wederom een tijd niets. Dan, komt het
verkeer voor ons hortend en stotend op gang. Wij naderen een bocht en net daarna
springt een stoplicht voor onze neus op rood.
Voor
ons ligt een eenbaansbrug, waarvan de staalconstructie de gewezen architect van
de Eiffeltoren jaloers zou maken. Ik laat het beeld van de brug op mij inwerken
en zie Sylvester Stalone lopend als Rambo in First Blood mij tegemoet komen. De rijbaan bestaat uit
planken, die kraken en piepen als wij er even later met de auto overheen
rijden. Toch is de brug van oerdegelijke makelij. Hij ligt er al sinds de Tweede
Wereldoorlog er woedde. De Duitsers hadden destijds de originele brug verwoest,
echter de geallieerden die zich niet uit het veld lieten slaan bouwden ter
plekke een nieuwe die, zoals gezegd, tot op de dag van vandaag stand houdt.
Voorwaar
een avontuurlijke start van ons dagje uit. Vooral voor Peter, die het al dagen
over de brug en de omgeving van Mol had gehad. Hij heeft hier namelijk vele
jaren van zijn jeugd doorgebracht. In eerste instantie interesseerde de brug
mij niet. Nu ik er meer over weet en erover schrijf, zal ik de brug en ons
avontuur niet snel meer vergeten.