Langzaam glijdt de dag uit de
schaduw van de nacht. Ik sla mijn benen vanonder het warme dekbed en stap op
het koude zeil, dan zoek in het halfduister enkele kledingstukken die ik bij
het naar bed gaan in een hoek van de slaapkamer heb gelegd. Slaapdronken waggel
ik naar de badkamer om mij okselfris en gladgeschoren op te maken voor een
feestelijke voorjaarsdag.
De avond ervoor heb ik met een
heerlijke pot gerstenat onder handbereik naar het verkiezingsdebat gekeken.
Tussendoor appte ik met mijn vriend Peter om onze mening uit te wisselen over
wie zich volgens ons het beste verweerde, ongeacht of wij het nu eens waren met
de debater of niet. Gezien het feit dat de appjes naar mate de avond vorderde
steeds meliger werden, verdenk ik Peter ervan dat ook hij een alcoholische
versnapering ter beschikking had. Het ‘hoogtepunt’ van onze digitale
woordenwisseling was de afspraak anderdaags samen te gaan stemmen. Daarna
zouden wij naar Tiengemeten overvaren om de zeearend te spotten.
In het stemhokje vouw ik het
enorm brede stemformulier open om enigszins nerveus het vakje van mijn keuze
rood te kleuren; het blijft spannend om te mogen stemmen. Bij het naar buiten
gaan groet ik de mensen van het stembureau en zie dat Peter zijn formulier in
de stembus schuift. Buiten kijkt hij mij opgewonden aan. ‘Wat is er?’ vraag ik
hem. ‘Ik heb verkeerd gestemd. Ik heb Van der Staaij rood gekleurd’. Ik ken hem
langer dan vandaag en geloof hem niet. Om hem niet verder op stang te jagen
houd ik mijn mond en ga over op een ander onderwerp, te weten onze verdere
plannen van vandaag.
Op de veerpont naar Tiengemeten,
vliegt een havik op volle snelheid langs. Wij volgen hem totdat hij achter de
kruin van een dijk verdwijnt. In hetzelfde blikveld ziet Peter ver weg het
silhouet van een grote vogel rustend op een tak van een nog kale boom. Een zeearend!
Twee bomen naast hem zit een tweede exemplaar op een kersvers nest. Over het
terrein van Speelnatuur, ik wil hem graag laten zien welke werkzaamheden ik op
maandagen daar verricht, lopen wij naar de kreek om vandaar de roofvogels beter
te kunnen zien. Na twee uur luieren, het is inmiddels dik boven de vijftien
graden, cirkelen de vogels op de ontstane thermiek hoog de lucht in, om
vervolgens af te zeilen in Zuidwestelijke richting. Het is nu afwachten of zij
zich definitief op Tiengemeten zullen vestigen.
Onderweg naar huis zien wij over
al het lachende gezicht van Van der Staaij; ‘Tsja dan had je maar beter op
moeten letten Peter’ lijkt hij te zeggen. Ik geloof mijn vriend nog steeds
niet. De lezer die het fijne van Peter zijn keuze wil weten, nodig ik uit om zijn
blog te lezen.
http://peterdestadsvogelaar.blogspot.nl/