Gisterenavond
zat ik niet in mijn vel. Ik was negatief en somber. Naar een vertrouwd en leuk
t.v. programma kijken lukte mij niet. Nukkig vertrok ik met een boek naar
boven. Ik was moe en dommelde in slaap. Later stapte ik in bed. Eenmaal in
slaap werd ik gewekt door een appje. Moeilijk kwam ik weer in slaap.
De
volgende dag voel ik mij nog niet best. Om acht
uur ben ik al buiten. Aan mijn nek hangt een verrekijker. De wandeling in de
polder doet wonderen. Ook de vogels dragen daartoe bij. Even over negenen ben
ik thuis en maak mij gereed voor bewegingsagogie en fysiotherapie.
Ik
ga met de metro. De steile trap bij de Akkerhof is een uitdaging op zich. Als
een alpinist klim ik naar boven. Twee haltes verder mag ik naar beneden. Dat is
nog lastiger. Een bekende roept naar mij: ‘Hé Tino. De lift ligt achter je
hoor’. Ik groet en denk er het mijne van.
Bij
bewegingstherapie vestig ik een nieuw persoonlijk record. In plaats van vier
rondjes leg ik er zes af. Bij Fysiotherapie is het parcours lastiger, want
nieuw en gebaseerd op balans. Op zeker moment moet ik om pionnen heen
manoeuvreren En dat achterwaarts. Ik verlies haast mijn evenwicht. De
therapeute schrikt zich haast een hartverzakking hoor ik haar zeggen. Het
tweede rondje gaat sneller en beter.
Vrolijk verlaat ik de locatie. Het regent inmiddels. Het kan mij niet deren. Zonder zuurstofschuld hup ik de trap op. Ook naar beneden gaat prima. En dit allemaal met een positieve instelling die van geen opgeven weet. Come on Bill, zoals mijn vader mij als het er toe deed, aanmoedigde. De kreet staat trots op mijn Jumbo Visma wielershirt.