dinsdag 14 augustus 2012


Dit lukt zo niet. Voorzichtig neem ik de aluminium fietsendrager van de auto. In de huiskamer vind ik, meer op mijn gemak, uit hoe de drager precies op de auto gemonteerd moet worden. Uiteindelijk lukt het en kunnen we op pad.

Rucphen. Op de parkeerplaats van ‘De vaart’ demonteren Jose en ik de fietsendrager en stappen op onze fietsen voor een tocht over onder andere de Rucphense heide. Na minder dan honderd meter houden we onze eerste stop. Er moet tenslotte ook koffie gedronken worden. Gewapend met een fietsknooppuntenroutekaart  zoeven we langs bos, wei en hei. Wat opvalt, is dat sommige akkers licht glooien. Ze hebben veel weg van de bolle akkers in West Vlaanderen, die in een ver verleden zijn aangelegd om de afwatering te verbeteren. Aan de rand van bijna elk maïsveld blijven de kolven achter in grootte. Is dit ook niet zo in onze menselijke samenleving? Zij die leven in de periferie zijn vaak het minst bedeeld. Aan het einde van de middag, als het zoeven is overgegaan in ‘harken’ stoppen we bij een café om ons te laven aan bier en jus de orange. Hier wacht ons ook een domper want onverwacht klinkt, o ellende, de ijle stem van ons Franske Bauer over het terras. Een windvlaag zorgt voor afleiding. Hij vangt een parasol en werpt hem agressief op de verkeersluwe straat. Het loopt goed af. Vrolijk verlaten we na een laatste slok het terras, stappen op onze fietsen en verlaten langzaam het mooie Brabant.