Ontspannen
zit hij op de fiets. De wind strijkt vertrouwd over zijn wangen. Een
verrekijker hangt om zijn nek. ’Vergeet niet als iets je boeit, of dierbaar is
stil te staan bij de waarde daarvan.’ Vervelend, denkt hij, ik wil dat nog wel
eens vergeten. Dus, …
Op
het eerste het beste plekje staat hij stil. Bespioneert een buizerd die cirkelend
boven het slik iets eetbaars probeert te
vinden. Een graspieper landt op een paaltje.
Ja,
zo is het! Ergens ben ik gehecht aan iets moois wat toch zo simpel is. ‘Een
vogeltje is voor mij van waarde, meer hoeft niet. Want, als die zich niet laat
zien, dan raak ik niet snel van streek.’
Die
stoïcijnen zijn zo gek nog niet. Moe en hongerig trapt hij de laatste
kilometers. Ooit reed hij er meer. Maar de waarde van het tochtje is nog net zo
groot, want de wind, de weidsheid en het alleen zijn is voor hem zo groot.
Mooie overwegingen, ik meen getuigend van zelfreflectie. De 'stoïcijnse blik' heb ik onthouden uit je eerdere 'berichten'. Ik herken dit ook zélf! Mooie beschouwing 👌
BeantwoordenVerwijderen