Beste,
Je weet ik houd niet van regen. Vooral
niet in kille jaargetijden. Als ik dan niet goed gekleed ben en de wind slaat
tegen mijn klamme kleding aan, dan krijg ik het onaangenaam koud. Als buitenman
zou ik de regen toch moeten kunnen doorstaan en het is dan ook meer de mentale
drempel die mij tegenhoudt om eropuit te gaan. Vandaag is zo´n druildag. De
buitentraining van mijn atleten is afgelast, ik stuur ze het krachthonk in.
Daar ben ik niet echt nodig. Een atleet is zo gelouterd wat kennis en ervaring
betreft dat hij zonder problemen de leiding over kan nemen. Maar wat moet ik nu
op deze sombere zaterdagmorgen. Schrijven? Ik weet niet wat en dan is het voor
mij een marteling om achter het toetsenbord plaats te nemen. Ik draal en draal
en malaise lijkt het over te nemen. Koffie en een klein gesprek met mijn vrouw
doen wonderen. Ik strik de veters van mijn schoenen en ga er gewoon op uit.
Regenkleding laat ik thuis. Ik heb daar een nog grotere hekel aan dan de regen
zelf.
bloemendijken
in lente
groen
geel en wit
raapzaad
en fluitenkruid
geur
van verse regen
zwaan
herschikt
nest
en vederkleed
Onlangs zijn er bij enkele weilanden nieuwe hekken geplaats,
althans de palen daarvan. Het hek zelf laat al weken op zich wachten. Op een
van die palen bevindt zich, een uitsteeksel. Ik ken het landschap, weet wat ik kan verwachten en vul
onbewust mijn eigen scenes in. Dit moet een graspieper zijn. En inderdaad als
ik mijn kijker richt zit het beestje half verzopen op de paal. Dichter en
dichter mag ik hem naderen. Ik praat tegen hem, zoals Franciscus van Assisi in
het warme Umbrië deed. Hij buigt zijn kopje. In zijn bekje hangt een rups dood
te zijn, als voer voor zijn jongen. Dan vliegt hij op. Ik kan niet aan de
indruk ontkomen dat zijn nestje zich aan de voet van de robuuste rasterpaal
bevindt, tussen de brandnetels en ander groen.
Hoe somber je jezelf kan voelen, hoe sterk de regen daaraan
kan bijdragen, als je beiden vergeet en opgaat in wat je ziet …
wind
regen een zwaan
schaduwspel
op het water
niets
meer dan bestaan
De voorzijde van mijn broek is inmiddels doornat en ook een
zijkant lijkt het op te geven. Rond de kraag van mijn jas sijpelen druppels
over schouders en rug. Een rilling. Als een hond schud ik de kilte van mij af.
Het grappige is dat ik meerdere passanten tegenkom. Sommigen zelfs twee keer.
Zij gaan hetzelfde rondje, alleen dan tegengesteld. Allen groeten mij, op een
vouw na. Die kijkt nors naar de grond als ik haar tweemaal passeer. Ik zou
zeggen mevrouwtje: loop nog een rondje, het helpt. Echt waar.
En dan ben ik thuis. Mijn vrouw staat voor het raam. Met
verkleumde vingers draai ik de deur van het slot. Lunchtijd. De thee is al
gezet. In de middag klaart het op. Nog maar een rondje, maar nu op de
fiets.
Wat een heerlijk leven heb jij toch: 's morgens wandelen, 's middags fietsen. En de regen, die wordt vanzelf zonneschijn. Ook voor de lezer van je gedichten.
BeantwoordenVerwijderenWat een heerlijk leven heb jij toch: 's morgens wandelen, 's middags fietsen. En de regen, die wordt vanzelf zonneschijn. Ook voor de lezer van je gedichten.
BeantwoordenVerwijderenWat een heerlijk leven heb jij toch: 's morgens wandelen, 's middags fietsen. En de regen, die wordt vanzelf zonneschijn. Ook voor de lezer van je gedichten.
BeantwoordenVerwijderen