vrijdag 29 maart 2013

Een reis naar Rome III



De zon probeert de volgende morgen een grijze lucht te breken. Met een plattegrond in de hand zoeken Frans en Ciska hun weg naar het oude stadsdeel van Rome. Het verkeer is een geweldige heksenketel. Dampend schuiven, vaak vier rijen dik, auto’s door de straten. Tussen de auto’s door laveren behendig een nog groter aantal scooters. Ambulances proberen met loeiende sirenes nog enige melodie in de ogenschijnlijke verkeerschaos te bewerkstelligen. Als de zon definitief lijkt door te breken en het verkeer in intensiteit afneemt doemt de San Giovanni op. Het gebouw met zijn  imposante entree van wit marmer schijnt een van de eerste Christelijke kerken van Rome te zijn.
Rome, één groot cultuur museum. Dit feit wordt bevestigt als enkele ogenblikken later aan het eind van een smalle straat het colosseum opdoemt. Toch valt het Frank tegen. Hij had een groter emotioneel moment verwacht bij het zien van het bouwwerk. Op het plein voor colosseum is het behoorlijk druk. Ciska en Frans besluiten eerst de Monte Cellio met zijn archeologische vondsten te  bezoeken.


Haast op hun tandvlees lopen onze helden later naar de metro. Het culturele deel van die dag is afgesloten, het culinaire deel wacht. Bij de ingang ligt een oude vrouw voorovergebogen op haar knieën. Haar armen gestrekt. De handen gevouwen. Ze prevelt een gebed. Wie wil kan enkele munten in de plastic beker, die voor de handen van de vrouw staat, werpen. Tot welke maat kan een mens zich vernederen, denkt Frans. Rome toch een rijke stad, met een stroom aan welvarende toeristen. Wat een contrast.    
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten