Na een week van verdriet, mijn
schoonmoeder kwam plotseling te overlijden, vertrekken mijn vrouw en ik op een
vrijdag voor een korte vakantie naar de Vlaamse Ardennen. Naast wandeltochten
in de natuur en een bezoek aan Gent, wil ik als kers op de taart delen van De
Ronde rijden. Een knieblessure en een fikse verkoudheid lijkt echter roet in
het eten te gooien.
Als wij in de namiddag Zingem
binnenrijden, worden wij hartelijk welkom geheten op ons logeeradres. Een
doosje bonbons, frisrank en een echt Vlaams biertje completeren de uitvoerige
uitleg over wat er allemaal te bezichtigen is in de streek rond ons
appartement. Die dag doen wij niet veel meer dan in de avond een klein rondje
kuieren rond de kerk van het dorp. De zaterdagochtend trekken wij eropuit voor
een wandeling langs de Schelde en de ernaast liggende plassen en ruigtes. Half
in de middag keren wij terug, mijn conditie laat het afweten. De malaise zet zich
de volgende dag voort, met lichte verhoging zoek ik in de middag mijn bed op.
Fysiek lijk ik geslagen, maar mentaal pep ik mijzelf op; de racefiets heb ik
immers niet voor niets meegenomen.
Maandag lijk ik voldoende hersteld voor
een wandeling langs de Zwalm. Het smalle pad pal langs het beekje is prima
begaanbaar. De oevers zijn rijk begroeid met vele soorten planten, waarvan de
bloemen druk bezocht worden door vlinders en andere insecten. Bij een in het
groen verscholen uitspanning houden wij een pauze voor een kop koffie. Een
gezette vrouw op het terras knikt ons toe vanachter een glas goudgele Duvel.
Zij is er vroeg bij zo half in de morgen. Aan een tafeltje in de halfschaduw,
bestellen wij onze koffie. Het lijkt of de koffiebonen nog geplukt en gebrand
moeten worden zo lang duurt het voordat onze koffie geserveerd wordt. Als wij
dan eindelijk het bruine vocht met gesloten ogen door onze mond laten rollen,
terwijl de Zwalm nauwelijks hoorbaar langs ons voortkabbelt, beleven wij het
ultieme vakantiegevoel. Verderop stoppen wij voor een picknick. Na mijn laatste
boterham leg ik mijn hoofd in de schoot van mijn vrouw en doezel in slaap. Een
koekoek roept mij vanuit de populieren wakker voor de laatste kilometers naar
de auto. Ik voel mij intussen mentaal gesterkt om morgen ‘mijn slag’ te slaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten