Zacht
zoevend zakt de garagedeur omlaag. De rugzak bungelt om een van mijn schouders,
een man verlaat met een krant onder zijn arm de kiosk. Het is al warm als wij
naar het station lopen, waar die morgen werkmannen hun laatste klussen klaren;
de overgang wordt herbestraat. Omdat wij het spoor niet over mogen steken,
moeten wij enkele honderden meters lopen naar een volgende overgang en vandaar
over het tegenoverliggende perron teruglopen. Nog maar net op tijd bereiken wij
de instapplaats, een kaartje kopen wij in de trein.
In
de volle zon zoeken wij onze weg naar het centrum. Bij het plaatselijke VVV
bespreken wij de plannen voor vandaag. Omdat ik twee ochtendjes kan fietsen, is
Gent voor José. Haar keuzes komen op de eerste plaats, ik zal braaf en zonder
protesteren volgen. Na een stadswandeling bezoeken wij Oer in het
Caemerklooster. Befaamde Vlaamse schilders hebben in deze expositie de wortels
van Vlaanderen weergegeven. Wij genieten volop. Wandelen maakt hongerig en bij
een friettent, die volgens een viertal oorkondes aan de muur behoort tot de
beste van Vlaanderen, bestellen wij een patatje stoof. De frieten zijn
inderdaad uitzonderlijk lekker en ook de stoof is prima. Nadat de vette handen
met een servet zijn schoongepoetst stelt José voor om een tochtje in een rondvaartboot
te maken. Bij dat idee breekt het zweet mij uit, ik houd daar hélemaal niet
van. Nog net voordat ik wil gaan klagen en José mij veelzeggend aankijkt,
bedenk ik mij dat het haar dag is. En zo dobber ik later tussen Italianen,
Fransen en een enkele Duister over de Leie. Al met al valt het mij mee. De
kades zijn druk bevolkt met leuke meisjes en jonge vrouwen, waarvan de meeste
zomerjurkjes dragen. Ik geniet daar stiekem meer van dan van de vervallen
middeleeuwse grachtenpanden.
Op
het station, bij het loket, bestelt José de kaartjes voor de
terugreis. Als ik haar de naam van onze bestemming vaag hoor noemen en later
meelees op de ticket ben ik op mijn qui vive. Zij heeft de verkeerde bestemming
opgegeven. Zichem in plaats van Zingem. Zij vertelt de lokettist dat zij een
vergissing heeft gemaakt. Het blijkt geen probleem en na enige administratieve
handelingen maakt de man een nieuw kaartje aan. Op de vraag waar de reis dan
heen gaat, blijft José het antwoord schuldig. Vertwijfeld kijkt zij mij aan. Ook
ik kan zo snel niet op de naam komen. Ik kijk om mij heen en op een informatie
bord, zie ik de naam en geef die door aan de man achter het loket. Opgelucht wandelen wij even later naar het perron, waar
wij na een klein half uur wachten moe maar voldaan op de trein naar Zingem
stappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten