Eigenlijk had op deze plaats een gedicht, opgedragen aan “De stadsvogelaar” , moeten staan. Het gedicht is ook af, maar kan wellicht beter, er zitten nog wat technische haakjes en oogjes aan. Ik laat het nog even rusten en zie wat ervan komt.
Momenteel werk ik hard aan de biografie van Niels. Hele lappen tekst heb ik herlezen en hier en daar aangepast. Dit keer waren het verhalen over zijn passie voor dieren en als ik dit stukje schrijf verwerken mijn hersenen een zojuist gelezen ansichtkaart, waarop geschreven staat – Niels verblijft momenteel op de Veluwe – dat hij bivakkeert in een spechtenterritorium. Zo schijnt alles bij elkaar te komen. Hieronder een stukje fragment uit de biografie, het geplande gedichtje bewaar ik voor de volgende keer.
Als Niels vroeg in de morgen de trap afloopt naar het onderhuis van zijn dijkwoning in Zuid-Beijerland, stapt hij op iets zachts en warms. Het is nog schemerig en hij kan zo een twee drie niet zien waar hij zijn voet op heeft gezet. Het beweegt in ieder geval niet. Zonder vrees raapt hij het op, om het beneden waar het lichter is te bekijken. Het blijkt een enorme rat te zijn die ten prooi is gevallen aan Poesjka, zijn kat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten